2Koningen 11:1 – een afgehouwen tronk
19-12-2017 - Geplaatst door Andre PietToen Atalja, de moeder van Achazja, zag, dat haar zoon dood was, maakte zij zich op en bracht het gehele koninklijke geslacht om.
Atalja was de dochter van koning Achab en diens beruchte vrouw Izebel, van het noordelijke rijk Israël. Zij was de weduwe van koning Joram, uit het koninkrijk van Juda. En nu was ook haar zoon koning Achazja gedood, na slechts enkele maanden te hebben geregeerd. Moeder Atalja zag nu haar kans schoon om voor zichzelf te beginnen en bracht daarom de hele koninklijke familie om. Haar eigen kinderen en kleinkinderen dus…
U moet zich realiseren hoe groot dit drama was. Niet alleen vanwege het bloedbad dat zij aanrichtte, maar ook omdat Atalja een einde maakte aan het koningshuis van David. Davids troon waar God nota bene zijn belofte en zelfs zijn eed aan had verbonden. Het koningshuis dat voor altijd zou standhouden. Hoe moest dat ooit nog goed komen? Dat zal de vertwijfelde vraag van menige Israëliet zijn geweest in de jaren die volgden.
Voor het oog van iedere getrouwe Israëliet zag de situatie er hopeloos uit. Het huis van David was over en voorbij. Of was er soms toch toch nog een overlevende? Zo ja, waar dan?…