1Korinthe 15:7 – gezien door Jakob(us)
20-12-2019 - Geplaatst door Andre PietVervolgens werd hij gezien door Jakobus, daarna door alle apostelen…
De gebeurtenis waar Paulus hier op doelt is niet terug te vinden in de verslagen van Matteus, Marcus, Lucas of Johannes. Dat is op zich niet zo vreemd; geen van de verslagen is compleet en trouwens, ze kunnen dat ook niet zijn (Joh.20:30).
De Jakobus (of Jakob) waarvan hier sprake is, moet de (half-)broer van de Heer zijn (Gal.1:19). We weten dat Jezus’ broers, waarvan Jakobus de oudste was (Mat.13:55), aanvankelijk niet in hem geloofden (Joh.7:5). Niettemin, werd hij later de vertegenwoordiger van de grote ekklesia te Jeruzalem (Hand.15:13; 21:18). Wat heeft de ommekeer bij Jakobus teweeggebracht? Eén ding is zeker: zoals de levende Heer persoonlijk is verschenen aan Kefas, zo is hij ook persoonlijk verschenen aan Jakobus. Beide mannen golden later als “steunpilaren” (Gal.2:9).
De verschijning aan Jakobus is historisch, maar ook profetisch. Immers, de Messias zal in de toekomst verschijnen aan een volk dat ook ‘Jakob’ heet. Zoals ook ooit Jakob de Jabbok (een omkering!) doortrok en een confronterende ontmoeting had met een man, waarvan hij later zei (Gen.32): ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht! En Jakob werd toen Israël. Om voortaan ingezet te worden als GODS instrument…!