9. vóór Abraham wordt, ben Ik; Johannes 8:58
Jezus zei tot hen: amen, amen, ik zeg jullie, voordat Abraham wordt, ben ik.
Dit vers wordt in verband gebracht met het voorbestaan van de Zoon, omdat de tekst steevast gelezen wordt als: “…. voordat Abraham was, ben ik”. Deze lezing zou geen enkel probleem opleveren, omdat Jezus in dat geval (zoals eerder betoogd) zou verwijzen naar “het woord” dat vlees werd. Voordat Abraham er was, was “het woord” van God er reeds. Bij het licht van dat woord heeft Abraham ook gewandeld.
Het punt is echter, dat bij nader inzien in dit vers helemaal niet wordt verwezen naar Abraham in het verleden. Er staat (letterlijk): “Voordat Abraham wordt, ben ik…”. Onvoltooid tegenwoordige tijd. Abraham was er ooit. Nu is hij dood maar straks zal hij weer (levend) worden. Dat wil zeggen: hij zal worden opgewekt. Jezus verwijst naar de opstanding, waar Abraham ook naar uitkeek (:56). Maar voordat dit zover is, zal Jezus zelf opstaan uit de doden. Als Eersteling. Abraham zal ‘worden’ omdat hij in het graf de stem van de Zoon van God zal horen en op zal staan (Joh.5:25). Vandaar dus “…voordat Abraham wordt, ben ik”.