6. Wat te denken van het raadplegen van geesten van doden?
Van het raadplegen van gestorvenen wordt in de Schrift (o.a.) dit gezegd:
… geen bezweerder, niemand, die de geest van een dode of een waarzeggende geest ondervraagt of die de doden raadpleegt. Want ieder die deze dingen doet is de HERE een gruwel…
Deuteronomium 18:11,12
Zo stierf Saul, omdat hij de HERE ontrouw geweest was, omdat hij het woord des HEREN niet in acht had genomen, ja, zelfs de geest van een dode ondervraagd en geraadpleegd had, en niet de HERE had geraadpleegd.
1Kronieken 10:13,14
En wanneer men tot u zegt: Vraagt de geesten van doden en de waarzeggende geesten, die daar piepen en mompelen. Zal een volk niet zijn God vragen? Zal men voor de levenden de doden [vragen]?
Jesaja 8:19
Aangezien doden werkelijk dood zijn (= niets kunnen), moeten geesten die zich presenteren bij spiritistische bijeenkomsten wel een duistere achtergrond hebben. Dat verklaart ook de ongekend sterke afwijzing van spiritisme in de Schrift. Spiritisme brengt de mens in aanraking met leugengeesten (=demonen; 1Timotheüs 4:1). Wees gewaarschuwd: de leer dat doden niet echt dood zijn maar op een andere wijze voortleven, opent de deur voor spiritisme. Alle religies gaan uit van dit basis-gegeven en vormen om die reden een invalspoort voor demonen (1Korinthe 10:20).