4. het woord werd vlees; Johannes 1:14,15
Hetzelfde woord waardoor God alle dingen tot aanzijn had geroepen, kwam ongeveer vierduizend jaar na Adam tot Maria en aan haar werd het volgende medegedeeld:
… heilige geest zal op jou komen en kracht van de Allerhoogste zal jou overschaduwen.
En DAAROM zal het heilige dat verwekt wordt Zoon van God worden genoemd.
Lucas 1:35
Het is dit Goddelijk woord waardoor Maria (zonder tussenkomst van een man) zwanger werd. Daarom verklaart Johannes in zijn proloog:
En het woord (LOGOS) werd vlees
en het woonde onder ons
en wij sloegen zijn heerlijkheid gade,
een heerlijkheid als van een eniggeborene bij [de] Vader…
Johannes 1:14
Niet Gods Zoon werd mens, maar Gods woord werd vlees. God verwekte door zijn woord (=”kracht van de Allerhoogste”) de Zoon. “Het woord” was de sprekende expressie van God, maar toen het vlees werd, werd het iemand. “Het woord” (onzijdig, abstract) werd “Hem”. En omdat Hij het vleesgeworden woord is, luidt één van zijn namen sindsdien “het woord Gods” (Openb.19:13).
Het is als “woord Gods” dat de Schrift spreekt van Christus’ voorbestaan. Niet als ‘Jezus’ had Hij een voorbestaan, want die naam kreeg Hij pas bij zijn besnijdenis (Luc.2:21). Ook niet als ‘Zoon’ had Hij een voorbestaan, want Zoon van God heet Hij op grond van zijn Goddelijke verwekking bij Maria (Luc.1:35). Vanaf “den beginne” was het wóórd er en dat woord is vleesgeworden. Daarom getuigde Johannes de Doper:
Deze was het, van wie ik zei: Die na mij komt, is vóór mij geweest, want Hij was eer dan ik.
Johannes 1:15