6. Hij is vóór alle dingen; Kolosse 1:15-17

In Kolosse 1 vanaf vers 15 geeft Paulus een zeer verheven uiteenzetting over wie “de Zoon van Gods liefde” is (1:13).

Hij is [het] beeld van God, de onzichtbare, eerstgeborene van elk schepsel, 16 want in Hem werd het al geschapen, die in de hemelen en op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare dingen, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij autoriteiten, het al is door Hem en tot Hem geschapen; 17 en Hij is vóór alles en het al bestaat samen in Hem.
Kolosse 1:15-17

beeld van God

Het betrekkelijk voornaamwoord “Hij” verwijst naar “de Zoon van Gods liefde” in vers 13. Paulus schrijft over Hem in de tegenwoordige tijd: “Hij is [het] beeld van God, de onzichtbare…” (vergl.2Kor.4:4). Paulus spreekt over de verheerlijkte Christus. De term “beeld van God” herinnert ons aan het eerste Bijbelhoofdstuk waar we lezen dat God Adam schiep “naar Zijn beeld en gelijkenis” (Gen.1:27). Over de identiteit van dat beeld (Gr. ikoon) wordt in Genesis 1 niet gerept, maar het is Paulus die onthult: het beeld waarnaar (lett. waarin) Adam werd geschapen is Christus, de Zoon van Gods liefde. Adam werd geschapen naar het model van “de laatste Adam” (1Kor.15:45). Hoewel de komst van “de laatste Adam” nog duizenden jaren op zich zou laten wachten, had God Hem vanaf den beginnen al “in beeld”. “De laatste Adam” diende als prototype van de eerste Adam.

eerstgeborene van elk schepsel

Adam werd geschapen als kroon op de schepping en om te heersen over heel de aarde (Gen.1:26), maar niet Adam maar “de laatste Adam” zal deze opdracht daadwerkelijk vervullen. Hij is de Ben-Adam van Psalm 8, die thans gekroond is met eer en heerlijkheid (Ps.8:4-6; Hebr.2:6-9). De eerste mens Adam was slechts een voorlopige ‘demoversie’, “de tweede mens” daarentegen is definitief en daarom “de laatste Adam”. Adam 2.0 (1Kor.15:45,47). Adam werd gesteld over heel de aarde, maar “de laatste Adam” zal daadwerkelijk over heel de schepping regeren. Alle dingen zijn onder zijn voeten gesteld (Hebr.2:8), zodat Hij de hoogste in rangorde is van elk schepsel!

De term ‘eerstegeborene’ verwijst niet primair naar volgorde in geboorte, maar naar rangorde in geboorte. Bedenk dat de belangrijkste ‘eerstgeborenen’ die we in het boek Genesis tegenkomen, standaard niet als eerste werden geboren. Denk maar aan Izaäk, aan Jakob, aan Jozef, en aan Efraïm – geen van hen was de eerstegeborene van hun vader, en toch werden ze in die positie gesteld. Zoals ook Salomo bepaald niet de eerstgeborene was van David maar wel tot eerstgeborene werd gesteld.

Ja, Ik zal hem tot een eerstgeborene stellen, tot de hoogste van de koningen der aarde.
Psalm 89:28 (zie ook Openb.1:5)

Zo is ook Gods Zoon niet als eerste geboren, maar tot “eerstgeborene van elk schepsel” gesteld. Van alle schepselen is Hij de eerste (in rangorde). Hoezeer Hij ook betrokken is bij de schepping (in, door en tot; zie onder) Hij is niet de Schepper maar een schepsel. “Eerstgeborene van elk schepsel”.

want IN Hem werd het al geschapen

Het redengevende “want” legt uit waarom Gods beeld “eerstgeborene is van elk schepsel”. Paulus verklaart: want in Hem werd het al geschapen. Dat heel de schepping “in Hem” (=Gods beeld) werd geschapen betekent dat alles zich bevindt binnen Zijn sfeer en domein.

het al is DOOR Hem en TOT Hem geschapen

Lazen we eerst dat het al “in Hem werd geschapen”, hier voegt Paulus nog twee andere voorzetsels toe. Het (heel)al is door Hem en tot Hem geschapen. Het voorzetsel “door” (Gr. dia) kwamen we al eerder tegen i.v.m. de schepping (Joh.1:3; 1Kor.8:6). God schiep alle dingen “door het woord” en omdat de Zoon het (vleesgeworden) woord van God, is Hij (retrospectief) dus het middel waardoor de schepping tot stand kwam.

Ook is het (heel)al “tot Hem geschapen”. Het voorzetsel ’tot’ (Gr. eis, lett. tot-in) geeft de richting en bestemming aan van de schepping. Alles is geschapen met het oog op de Zoon van Gods liefde, die het beeld van God, en de eerstgeborene van elk schepsel is.

Alles is IN, DOOR en TOT-IN de Zoon geschapen, maar let op: het voorzetsel VANUIT (Gr. ek) ontbreekt in dit verband. Dat is slechts voorbehouden aan de ene God, de Vader.

… voor ons nochtans is er één God, de Vader, vanuit wie het al is en wij tot Hem. En één Heer, Jezus Christus, door Wie het al is en wij door Hem.
1Korinthe 8:6

God de Vader is de Bron. VANUIT zijn mond (vergl. Ps.33:6) komt heel de schepping voort. De schepping bevindt zich IN het domein van de Zoon, die tevens het vleesgeworden woord is WAARDOOR God alles schiep. En deze Zoon is ook het doel TOT Wie God alles schiep. Alles zal aan Zijn voeten worden onderworpen.

Hij is vóór alles

De glorie van Jezus Christus is, dat hoewel Hij millennia na Adam werd geboren en opgewekt werd uit de doden, Hij niettemin “vóór alles” is. Jazeker, pre-existent. Niet pre-existent als “Jezus” of als “Christus” of als “Zoon” maar als “woord” (logos). En ook als “beeld van God”. Want voor de schepping van alle dingen was de Zoon als beeld Gods reeds voorgekend en voorbestemd.

en het (heel)al bestaat samen in Hem

Wanneer alles is geschapen in het domein van de Zoon en Hij het vleesgeworden middel is door Wie alles is ontstaan maar ook Degene is tot Wie alles is ontstaan, dan betekent Hij het alles bepalende en samenhangende motief is van heel de schepping. Het doel dat God Zich in Hem heeft voorgenomen, geeft cohesie aan het heelal!