1. is Christus’ pre-existentie een Bijbels begrip?
Het woord ‘pre-existentie’ is een Latijns woord dat letterlijk ‘voor-bestaan’ betekent. Afhankelijk van de setting waarin het woord gebezigd wordt, duidt het op iets dat, of op iemand die vooraf reeds bestond. Zo spreken medici van ‘pre-existentie’ wanneer een klacht reeds bestond voorafgaand aan een ongeval. En in kringen waar men uitgaat van het idee van reïncarnatie, gelooft men dat ieder mens ‘pre-existeerde’, d.w.z. een bestaan had (b.v. als dier) voorafgaand aan de conceptie.
Wanneer sprake is van de pre-existentie van Christus vanuit Bijbels perspectief, dan is met name gebasseerd op uitspraken in het Johannes-evangelie. Zo verklaarde Johannes de Doper in Johannes 1:15:
… deze was het van wie ik zei: hij die na mij komt, is voor mij geweest, want hij was eerst, [vóór] mij.
Johannes de Doper was een half jaar ouder dan Jezus (Luc.1:36), en toch zegt Johannes: Hij is voor mij geweest en hij was eerder dan ik. Dat verwijst dus direct naar ‘voorbestaan’ of ‘pre-existentie’. Of wat te denken van Kolosse 1:16?
… en Hij is vóór alles en het al bestaat samen in Hem.
Het antwoord op bovenstaande vraag is dus: jazeker, ‘pre-existentie’ is een Bijbels begrip!
Dit staat los van de vraag hoe we deze ‘pre-existentie’ moeten verstaan. Was Christus’ pre-existentie een bewust voorbestaan was of een voorbestaan in de abstracte zin? Johannes 1 vers 15 volgt op vers 14, waar we lezen: “het woord (Gr. logos) werd vlees”.