biblicisme?! (Ouweneel’s reactie)
07-06-2007 - Geplaatst door Andre PietIn mijn weblogs van 1,2 en 4 juni ben ik ingegaan op een artikel van Ouweneel over wat naar zijn idee de moeilijkste problemen in de Bijbel zijn. Gisteren reageerde hij daarop in zijn eigen weblog. Hij begint zo:
Onlangs schreef ik het artikel ‘Drie geheimenissen’ (zie déze website, artikelen: Bode 2007). Ik zeg daarin dat de verhouding tussen de ene God en de drie personen in de Godheid, de verhouding tussen de ene persoon en de twee naturen van Christus, en de verhouding tussen Gods soevereine genade en de verantwoordelijkheid van de mens tot de moeilijkste theologische problemen behoren. Theologen worstelen er al eeuwen mee, en doen dat nóg.
Op een website vond ik een commentaar van iemand (de heer X) op dit artikel.
“De heer X” en “een website”. Waarom niet de link vermeld? Mogen de lezers Ouweneel’s commentaar niet checken?
Nu gaat het mij er helemaal niet om mijn eigen artikel te verdedigen, maar ik was wel verbaasd dat voor X de drie theologische vraagstukken blijkbaar helemaal niet BESTONDEN. Hij citeerde slechts enkele bijbelplaatsen, en ziedaar: de drie problemen verdwenen als sneeuw voor de zon. De theologen die zich al eeuwen met deze problemen bezighouden, krijgen een flinke veeg uit de pan. Ze hadden immers alleen maar even naar deze bijbelteksten hoeven te kijken…
Tot zover akkoord. Mijn punt was inderdaad dat Ouweneel’s “moeilijkste problemen in de Bijbel” juist helemaal geen Bijbelse problemen zijn, maar theologische problemen. Zo’n bewering kan uit de aard der zaak slechts hard gemaakt (danwel weerlegd) worden, door de Schrift zelf te laten spreken.
Nu ken ik deze arrogantie in evangelische kringen (waar ikzelf toe behoor) helaas maar al te goed.
Pardon? Is het arrogant om beweringen van theologen te toetsen aan de hand van wat zwart op wit “staat geschreven”? .
Het wordt gewoonlijk aangeduid als biblicisme.
Volgens van Dale is biblicisme: “het zich in alles baseren op de Bijbel, het hechten aan de letter daarvan”. Volgens deze definitie, komt ‘biblicisme’ dus overeen met één van de motto’s van de Reformatie: Sola Scriptura. Een eretitel dus! Graag wijs ik op wat Ouweneel 32 jaar geleden over biblicisme schreef (in ‘wat is gezonde Bijbelstudie?’; pag.37):
Gewoonlijk wordt dit scheldwoord gebruikt door hen die veilig in een rationeel-gesloten systeem van Bijbelverklaring geborgen zitten en dan plotseling met orthodoxe Christenen in aanraking komen die deze veilige geborgenheid met Bijbelse argumenten doorprikken. Vooral als het om argumenten gaat die de grondslagen van zo’n theologisch stelsel ondergraven en men geen sterk Bijbels verweer heeft, roept men al gauw: ‘Biblicisme!’. Dit soort etikettering is gewoonlijk een teken van zwakheid. We kunnen ons beter aan Bijbelse argumenten houden.
Maar ja, dat was in de tijd dat Ouweneel natuurlijk zelf nog een biblicist was….
Enfin, ik citeer verder uit zijn weblog van gisteren:
Ingewikkelde vraagstukken, die al eeuwen geleden uit het Schriftonderzoek zelf zijn opgekomen en door grote Godsmannen ernstig zijn bestudeerd, worden met enkele bijbelteksten afgedaan.
Ouweneel herhaalt, wat nu juist bewezen moet worden. Die ingewikkelde vraagstukken zijn juist niet het resultaat van Schriftonderzoek, maar van eeuwenlang filosoferen en theologiseren. Ik wees er op dat het in de leer van de drie-eenheid wemelt aan termen die aantoonbaar vreemd zijn aan de Schrift. Men neme een concordantie en zoeke op: drie-eenheid, één wezen, drie personen, God de Zoon, etc. Hoe vaak vinden we deze uitdrukkingen? Inderdaad, niet één keer!! Maar ze staan niettemin nr.1 in vrijwel alle geloofsbelijdenissen en men heet een ketter als men weigert deze “woorden van menselijke wijsheid” te geloven…
Steevast geeft de biblicist daarbij duidelijk te kennen dat hij van de problemen geen snars begrepen heeft, OF dat hij het met (in dit geval) de leer van de drie-eenheid, of de leer van de twee naturen van Christus, gewoon niet eens is. Door het eigen standpunt te verdedigen met simpelweg een paar bijbelplaatsen aan te halen verklaart hij de worstelende theologen tot idioten of arme dwaalgeesten. En dat terwijl die theologen de aangehaalde bijbelplaatsen allang kennen en zich er beroepshalve mee bezighouden!
En wat zei Jezus tegen al die schriftgeleerden die zich “beroepshalve” bezighielden met de Bijbel? “… gij hebt het Woord Gods van kracht beroofd, TER WILLE VAN UW OVERLEVERING” (Mat.15:6). Dáár zit ‘m de kneep! De traditie had al die hooggeleerde heren verblind!
Zou het vandaag anders zijn?
Maar dat maakt voor de biblicist niets uit. Hij is zich er totaal niet van bewust door welke eigen bril hij naar die bijbelteksten kijkt, of via welke mechanismen hij zijn bijbelteksten selecteert, integendeel, hij vindt zichzelf juist de enige die ‘objectief’ kijkt en selecteert.
Bedoelt Ouweneel hier te zeggen dat men niet zomaar meer mag zeggen: “er staat geschreven”? Ooit schreef Ouweneel, (in ‘wat is verzoening?’; pag.9):
“Laten we de verwarring ontvluchten en ons eenvoudig tot de Schrift wenden. Niet dat we daarmee de problemen willen bagatelliseren, juist integendeel: we willen de vragen die aan de orde zijn, ten volle onder ogen zien, maar dan op Bijbels niveau, niet op theologisch studeerkamerniveau. Een deel van de problemen wórdt nu juist geschapen door een rationalistische theologiseertrant, zowel bij de rechtzinnigen als bij de modernisten. Het Calvinisme predikte een Sola Scriptura (“alleen de Schrift”); was dit in de praktijk maar nimmer vervangen door een Sola Confessio Reformata (“alleen de Reformatorische belijdenis”). Wij moeten niet terug naar “Dordt. maar naar Paulus, Johannes en Petrus.
Messcherp stelt de Ouweneel-uit-1975, hier het probleem van Ouweneel-anno-2007, aan de kaak!
Ik citeer verder uit de weblog:
Steevast leidt deze biblicistische houding tot ernstige dwaalleringen. Ook de bedoelde website is daar vol van. Dat krijg als je de hele theologiegeschiedenis bagatelliseert en meent dat met jou het licht is doorgebroken…
Voor de goede orde: Ouweneel heeft het hier dus over “ernstige dwaaleringen” volgens mainstream, orthodox-christelijke theologie-beoefening. Tja, tot zulke conclusies kom je als je hetgeen “staat geschreven” bagatelliseert en meent, dat het licht is doorgebroken sinds de theologiebeoefening…
Ik zou wel willen dat evangelicalen eens wat minder eigenwijs naar de theologiegeschiedenis keken en eens probeerden iets te leren van het theologisch voorgeslacht, in plaats van het van de tafel te vegen door wat bijbelteksten te citeren. De Bijbel moet alfa en omega van alle theologie zijn – maar niet op deze manier.
Wat we kunnen leren van het theologisch voorgeslacht, is dat men de mist in gaat (niet zelden onder de vlag van ‘mysteries’…), zodra men uitgaat “boven hetgeen geschreven staat”.
Dat is pas écht eigenwijs.