a-EO-nen
11-06-2004 - Geplaatst door Andre PietIn de EO-Visie van deze week staat een artikel te lezen waarin 13 vragen over hemel en hel worden gesteld en beantwoord. Op een aantal antwoorden hoop ik later terug komen. Vandaag beperk ik mij tot vraag & en antwoord 13.
13. Sommige groeperingen hebben het over ‘Aionen’. Wat zijn dat? Deze groepen geloven niet dat de hel voor eeuwig is. Ze stoeien graag met de herontdekte betekenis van de Hebreeuwse en Griekse grondtekst om deze visie te onderbouwen, maar maken er vervolgens een potje van. En de Bijbel moet vooral passen in hun uitgewerkte bedelingenleer, dus de uitleg van bijbelsteksten licht van tevoren al min of meer vast. Daarbij speelt het Griekse woord ‘aioon’ een sleutelrol. Aioon betekent namelijk niet eeuwigheid, maar tijdperk of begrensde tijd. Dus ; eeuwige straft en eeuwig leven’ duren slechts tijdelijk. Totdat God alles in allen zal zijn en alles en iedereen met God verzoend is, inclusief de satan en de demonen! Zij worden uiteindelijk en noodgedwongen verzoend met God, want het kan niet zo zijn dat er ergens een plekje in het universum zal blijven waar God buitengesloten wordt. En dat is een ander knelpunt: het kwaad wordt gebagatelliseerd. De zondeval en het lijden in de geschiedenis is dan niets anders dan een noodzakelijke en door God gewilde donkere achtergrond. Daartegen kan Gods liefde en genade dan des te helderder afsteken. God is zo de schrijver, regisseur en producent van het hele werelddrama en dus verantwoordelijk voor alles. De mens figureert slecht in dat stuk en draagt dus ook geen enkele verantwoordelijkheid. En dat is precies het tegendeel van wat Gods Woord laat zien: “Adam, waar ben je?” |
Vreemd genoeg geven de schrijvers zélf geen antwoord op de vraag wat ‘aionen’ zijn. Ze laten het antwoord geven door “de groeperingen” die het over aionen hebben.
“Aioon betekent namelijk niet eeuwigheid, maar tijdperk of begrensde tijd.”
Volkomen correct. De schrijvers doen geen moeite deze statement tegen te spreken en geven daarmee stilzwijgend toe dat we hier te maken hebben met een FEIT. Men realiseert zich kennelijk niet dat dit keiharde gegeven de doodsteek is voor de leer van de eindeloze hellestraf.
“Deze groepen geloven niet dat de hel voor eeuwig is. “
Noch het woord ‘hel’, noch het woord ‘eeuwig’ zijn vanuit Bijbels oogpunt kosjer. Achter het woord ‘hel’ gaat het grondwoord Gehenna schuil, wat een geografische plaatsaanduiding is voor het dal van Hinnom, de vuilstortplaats van Jeruzalem. De hel die men daar in de loop der eeuwen van gemaakt heeft (> plaats waar goddelozen na hun sterven zonder einde worden gepijnigd) is een verzinsel, een demonische mythe. De tweede mythe is dat eeuwig betrekking zou hebben op een eindeloze eeuwigheid. Dat is domweg niet zo. Eeuw-ig (aionios) is de bijvoeglijke vorm eeuw (aioon). Het heeft betrekking op één of meerdere ‘eeuwen’.
“Ze stoeien graag met de herontdekte betekenis van de Hebreeuwse en Griekse grondtekst om deze visie te onderbouwen, maar maken er vervolgens een potje van.”
Iedere eerstejaars student Grieks weet dat ‘aioon’ verband houd met een wereld-tijdperk. Dat hoeft niet “herontdekt” te worden, omdat het een bekend gegeven is. Het is de christelijke dogmatiek die de betekenis van aioon heeft bedekt, door “een potje” van tegenstrijdige vertaalwoorden te maken. Men heeft het woord aioon (dat honderden keren in de Bijbel voorkomt) weggemoffeld door het met het tijdelijke ‘eeuw’ weer te geven (correct) maar óók met het eindeloze ‘eeuwigheid’ (fout). Wat doen daarentegen degenen die over aionen spreken? Zij laten het Bijbelse woord ‘aioon’ gewoon onvertaald. Waar de Schrift spreekt van aionen, spreken zij de Schrift daarin gewoon na. Of ze gebruiken een eenduidig vertaalwoord (eeuw)…
Wie is er hier bezig een potje van ‘aionen’ te maken?
“En de Bijbel moet vooral passen in hun uitgewerkte bedelingenleer, dus de uitleg van bijbelsteksten licht van tevoren al min of meer vast.”
Dat de ‘aionen’ in logische volgorde geplaatst kunnen worden, is vanzelfsprekend voor iedereen die de ‘aionen’ neemt zoals ze zich in de Schrift aandienen. Daarin is sprake van “vóór de aionen”, “de voorbije aionen”, “de tegenwoordige aioon”, “de toekomende aionen” en “de voleinding der aionen”. Dat is geen vooroordeel bij Bijbelstudie maar het resultaat van Bijbelstudie.
“Totdat God alles in allen zal zijn en alles en iedereen met God verzoend is, inclusief de satan en de demonen! Zij worden uiteindelijk en noodgedwongen verzoend met God…”
God dwingt niemand. Hij hoeft niets te forceren om binnen te komen. Hij opent harten en geeft geloof. Daarom kan en zal Hij ook “alles in allen” worden.
Wat de verzoening betreft: Paulus schrijft dat hij reeds met God verzoend was toen hij nog een vijand was (Romeinen 5:10).
“En dat is een ander knelpunt: het kwaad wordt gebagatelliseerd.”
Het kwaad (pijn, moeite, ziekte, dood, etc.) is waarachtig geen bagatel. Maar wel een creatie van de Schepper (Jesaja 45:7). De Bijbel bagatelliseert het kwaad niet, maar relativeert het wel. Het kwaad maakt het goede zichtbaar.
“De zondeval en het lijden in de geschiedenis is dan niets anders dan een noodzakelijke en door God gewilde donkere achtergrond.”
Wel noodzakelijk, niet door God gewild. God wilde niet dat de mens van de verboden vrucht at en verbood het daarom. Maar God wist natuurlijk “welk maaksel wij zijn” en dat we zouden eten van de beruchte boom. Geen ontkomen aan. Hij wist óók dat juist door deze weg de allerbeste wereld tot stand zou komen. De Bijbel verzekert ons dat alles verloopt “naar de raad van zijn wil” (Efeze 1:11).
“Daartegen kan Gods liefde en genade dan des te helderder afsteken.”
Klopt, hoewel de woorden “des te helderder” hier beter kunnen worden weggelaten. Want Gods genade kan namelijk uitsluitend afsteken tegen de donkere achtergrond van de zonde. Waar geen zonde is, kan ook geen genade zijn (Romeinen 5:20).
“God is zo de schrijver, regisseur en producent van het hele werelddrama en dus verantwoordelijk voor alles. “
Zo is het! Paulus formuleerde het zo:
“Uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid tot in de aionen!” (Romeinen 11:36).
“De mens figureert slecht in dat stuk en draagt dus ook geen enkele verantwoordelijkheid.”
Omdat God “de schrijver, regisseur en producent van het hele werelddrama” is en garant staat voor het happy end, komt aan Hem dus alle eer toe! Zeer ontnuchterend voor mensen die zichzelf te groot voelen om slechts te figureren in Gods meesterwerk…
“En dat is precies het tegendeel van wat Gods Woord laat zien: “Adam, waar ben je?””
In ‘het drama’ is de mens verantwoordelijk (rekenschap verschuldigd). Zeker. Maar voor ‘het drama’ is uitsluitend “de schrijver, regisseur en producent” ‘verantwoordelijk’. De woorden “Adam, waar ben je” illustreren perfekt het universeel-Bijbelse principe dat God het verlorene zoekt “totdat Hij het vindt” (Lucas 15:4).