het paard achter de wagen spannen
07-10-2013 - Geplaatst door Andre PietIn Hebreeën 6:13,14 wordt verwezen naar Gods eed aan Abraham. Waarna vervolgens wordt gezegd (:15; NBG):
En zo, door geduld te oefenen, heeft deze het beloofde verkregen.
De suggestie die wordt gewekt is dat Abraham het beloofde verkreeg omdat hij geduld oefende. De recente NBV maakt die suggestie zelfs expliciet:
En zo heeft Abraham, dankzij zijn standvastig vertrouwen, gekregen wat hem beloofd was.
Als God belooft, garandeert Hij de vervulling. Dat geldt nog sterker wanneer Hij een eed zweert. Maar als God garant staat voor de vervulling, hoe kan de vervulling dan worden toegeschreven aan Abraham? Volgens bovenstaande vertalingen zou Abraham het beloofde hebben verkregen “door geduld te oefenen” en “dankzij zijn standvastig vertrouwen”. Maar daarmee wordt het paard achter de wagen gespannen!
De Staten Vertaling geeft wel een correcte weergave van de grondtekst:
En alzo, lankmoedig verwacht hebbende, heeft hij de belofte verkregen.
Abraham heeft lankmoedig (geduldig) verwacht. Dat is waar. Maar waarom? Om het beloofde te verkrijgen? Nee, Abraham was geduldig omdat God had beloofd en gezworen. En al liet de vervulling veel langer op zich wachten dan hem lief was, hij bleef geduldig – want GOD had BELOOFD en GEZWOREN! Abrahams geduld was geen voorwaarde voor de vervulling. Integendeel, Abrahams geduld was juist de vrucht van Gods onvoorwaardelijke belofte!
Geduld (of lankmoedigheid) is in de Schrift geen werk van het vlees maar een kenmerk van “de vrucht van de Geest” (Gal.5:22). Geduld als deugd die geoefend wordt, moge nobel mensenwerk heten, maar daarvan was geen sprake bij Abraham. Abraham had weinig fiducie in zichzelf maar des te meer in zijn GOD. Louter omdat GOD garant staat voor de vervulling van ZIJN woord, kon Abraham geduldig zijn.
Reageer op Facebook