Alverzoening volgens het Reformatorisch Dagblad
26-12-2025 - Geplaatst door Andre PietIn een recent commentaar stelt het Reformatorisch Dagblad dat de leer van de alverzoening “gemakkelijk te weerleggen” is, omdat zij zou indruisen tegen tal van Bijbelse gegevens. Daarbij worden vier punten genoemd: de realiteit van de eeuwige straf, de ernst van de zonde, de rechtvaardigheid van God en de noodzaak van geloof en bekering. Die opsomming klinkt stevig, maar juist op deze punten blijkt de kritiek de kern van het Bijbelse betoog te missen.
Daarbij is een duidelijke afbakening nodig. Voor wat betreft de visie op de Bijbel als het geïnspireerde Woord van God neem ik afstand van publicaties van Reinier Sonneveld en David de Vos. Dat uitgangspunt vormt daarom niet de basis voor wat hier volgt. Een gesprek over de reikwijdte van verzoening (Kol.1:20), rechtvaardiging (Rom.5:18), redding (1Tim.2:4; 4:10) en levendmaking (1Kor.15:22) kan alleen zinvol zijn wanneer de Schrift zelf het vertrekpunt is, niet persoonlijke ervaring, morele intuïtie of tijdgeest.
misvattingen rond “eeuwige straf”
Het Reformatorisch Dagblad slaat de plank vooral mis waar het spreekt over “de realiteit van de eeuwige straf”. Dat heeft een eenvoudige reden: men hanteert een betekenis van het woord “eeuwig” die de Bijbel zelf niet kent. In de Schrift verwijst “eeuwig” (Hebr. olam, Gr. aionios) niet naar een eindeloze tijd, maar naar een aion: een door God bepaalde tijdsperiode met een begin en een einde. Het idee van een eindeloze straf berust niet op Bijbels taalgebruik, maar op een later, filosofisch tijdsbegrip.
Bij de wederkomst van Christus breekt dan ook geen eindeloze eeuwigheid aan, maar beginnen “de toekomende aeonen” (wereldtijdperken; Ef.2:7), waarin Christus zal heersen totdat de dood als laatste vijand zal zijn teniet gedaan en God “alles in allen” zal worden. Alles geheel naar Gods “gemaakt bestek”.
de ernst van de zonde en Gods rechtvaardigheid
Ook de suggestie dat binnen alverzoening de ernst van de zonde zou worden ontkend of gebagatelliseerd, is onjuist. De Bijbel tekent een volstrekt soeverein God, Die alle dingen beschikt en ook zonde en lijden een plaats geeft in Zijn heilsplan. Dat is geen vergoelijking van het kwaad, maar juist een erkenning dat niets zich aan Gods hand onttrekt — een uitgangspunt dat in reformatorische kring traditioneel wordt beleden.
Evenmin wordt Gods rechtvaardigheid tekortgedaan. Integendeel: als God rechtvaardig is, dan doet Hij recht, zet Hij recht en brengt Hij de dingen terecht. Bijbelse rechtvaardigheid is niet het eindeloos laten voortbestaan van wat verkeerd is, maar het herstellen en tot zijn doel brengen van wat ontspoord is.
noodzaak van geloof en bekering
Ten slotte is het onjuist dat de noodzaak van geloof en bekering binnen het denken over alverzoening zou worden ontkend. Verzoening voltrekt zich doordat God vervreemde en vijandige schepselen verandert in liefhebbers van Hem. Hij is daarin niet afhankelijk van de menselijke wil, maar Degene Die alles beschikt en geloof schenkt. De waarschuwingen van profeten en apostelen staan volledig in dat kader. Zij hebben nooit betrekking op een eindeloze straf of een eindeloos oordeel — een gedachte die de Schrift eenvoudig niet kent. “Want een ogenblik duurt Zijn toorn, een leven lang Zijn welbehagen” (Ps. 30:6). Dat zijn de Bijbelse verhoudingen.
English Blog