overschaduwd in de moederschoot
13-01-2012 - Geplaatst door Andre PietPsalm 139 heeft de reputatie te spreken over de wonderbare wijze waarop de mens in het algemeen, in de moederschoot gevormd wordt. Zonder ook maar iets af te doen van dit regelrechte Godswonder, geloof ik dat David in deze psalm niet over de mens in het algemeen, maar over de Zoon van David spreekt. Ook deze psalm is messiaanse profetie (vergl. Hand2:30). Zonder compleet te zijn, wil ik in deze blog een aantal aanwijzingen daarvoor aanreiken.
Stijg ik ten hemel; Gij zijt daar. Of maak ik het dodenrijk tot mijn bed; Gij zijt er…
vers 8
Is David ooit ten hemel opgeklommen? Nee, verklaarde Petrus in een ander verband (Hand.2:34), dat is slechts van toepassing op Davids Zoon. Hij steeg ten hemel nadat Hij drie dagen had gelegen in het dodenrijk. Zie ook Rom.10:6,7.
Zeide ik: Duisternis moge mij overvallen (lett. vermorzelen), dan is de nacht een licht om mij heen;
vers 11
Wie denkt hier niet aan de drie uren van duisternis op Golgotha, toen God Zijn Zoon overliet in de vernietigende handen van zijn vijanden? Maar Jezus wist ook toen: “… toch ben ik niet alleen, want de Vader is met Mij” (Joh.16:32).
Want Gij hebt mijn nieren gevormd (lett. verkregen), mij in de schoot van mijn moeder geweven.
vers 13
Het woord ‘geweven’ (Str.5526) wordt gewoonlijk vertaald met bedekken of beschutten. In de Concordant Version wordt het vertaald met ‘overshadowed’. Overschaduwd in de schoot van mijn moeder. De echo daarvan horen we in de woorden die de engel tegen Maria sprak: “de kracht van de Allerhoogsten zal u overschaduwen” (Luc.1:35).
Ik loof U, omdat ik gans wonderbaar ben toebereid, wonderbaar zijn uw werken; mijn ziel weet dat zeer wel.
vers 14
De weergave “wonderbaar toebereid” doet geen recht aan de Hebreeuwse woorden die hier worden gebruikt. Het woord voor ‘wonderbaar’ (Str. 3372) is letterlijk ‘geducht’. Ontzagwekkend. Terwijl het woord ’toebereid’ (Str. 6395) letterlijk: afzonderen of onderscheiden betekent. Hier is een iemand aan het woord, die “zeer wel weet” dat God hem ontzagwekkend onderscheiden heeft. Overschaduwd in de moederschoot door de kracht van de Allerhoogste en daarom de Zoon van God!
Mijn gebeente was voor U niet verholen, als ik in het verborgene gemaakt ben,
en als een borduursel gewrocht ben, in de nederste delen der aarde.
vers 15 (St.Vert.)
Gaat het eerste deel van dit vers nog over Maria’s moederschoot, het tweede deel gaat over Jezus’ latere vorming. Toen Hij opgroeide in de omgeving van het meer van Kinnereth, ruim tweehonderd meter beneden de zeespiegel. Op de Dode Zee na, het laagste deel van de aarde. Trouwens, in de woestijn bij de Dode Zee werd Jezus veertig dagen lang op de proef gesteld. Hoe waar dus: geborduurd in de lagere delen van de aarde (zie ook Efeze 4:10).
Uw ogen zagen mijn vormeloos begin; in uw boek waren zij alle opgeschreven, de dagen, die geformeerd zouden worden, toen nog geen daarvan bestond.
vers 16
Over pre-existentie gesproken! Toen de Messias nog een embryo was, waren alle dagen die nog geformeerd moesten worden, reeds opgeschreven in Gods boek. Het hele script, van dag tot dag, lag reeds klaar! De Messias bestond vóór zijn geboorte … als “het woord”! Psalm 139 beschrijft hoe in een “vormeloos begin” “het woord vlees werd”.
Hoe kostelijk zijn mij uw gedachten, o God, hoe overweldigend is haar getal. Wilde ik ze tellen, zij zijn talrijker dan het zand; als ik ontwaak, dan ben ik nog bij U.
vers 17 en 18
De Messias is overweldigd door Gods gedachten. Hij heeft zichzelf herkend in Gods boek en weet wat Hem te doen staat. Elders zegt Hij: “Zie Ik kom; in de boekrol is over Mij geschreven” (Ps.40:8; Hebr.10:5-7). Hij weet: Ik zal in het dodenrijk neerliggen, maar … “als Ik ontwaak, dan ben Ik nog bij U!” En “stijg ik ten hemel; Gij zijt daar”!