God geen Schepper?
08-10-2009 - Geplaatst door Andre PietWas het een week geleden voorpagina-nieuws dat ‘Ardi’, de oudste oermens was gevonden, vandaag kopt het dagblad ‘Trouw’ met ‘God schiep niet, Hij scheidde’.
Alle vertalingen, commentaren en studies zeggen hetzelfde: de Bijbel begint met Gods schepping. Fout, meent professor Ellen van Wolde. „God is niet de Schepper.”
(…) Van Wolde (1954) spreekt morgenmiddag haar oratie uit; sinds begin dit jaar werkt ze als hoogleraar exegese van het Oude Testament aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Wat ontdekte deze hoogleraar?
Zo stuitte ze op (….) het werkwoord bara. Dat betekent volgens iedereen ’scheppen’, maar voor Van Wolde voldeed die vertaling niet meer. „Het klópte gewoon niet.”
Van Wolde verzuimt echter duidelijk te maken wát er niet klopt. Het enige wat ze aannemelijk maakt is dat het woord ‘bara’ ook de gedachte van ‘scheiden’ in zich bergt. Maar dat wás al lang bekend (zie onder).
Bij het werkwoord was God het onderwerp (God schiep…), gevolgd door ’steeds twee of meer lijdende voorwerpen’. Waarom schiep God niet één ding of dier, maar steeds meerdere?
Punt één: het is niet waar dat op het werkwoord scheppen altijd twee of meer lijdende voorwerpen volgen. Genesis 1:27: “En God schiep de mens (enkelvoud) naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem (enkelvoud).” Twee keer ‘schiep’ en twee keer gevolgd door één lijdend voorwerp. De mán werd geschapen naar Gods beeld, ook volgens Paulus in 1Kor.11:7. Daarmee gaat de stelling van van Wolde reeds in het eerste Bijbelhoofdstuk onderuit.
Punt twee: waarom volgt uit het feit dat God meerdere dingen schept, dat het woord ‘scheppen’ niet meer voldoet? Wat is daarvan de logica?
Hoe komt de hoogleraar tot dit ‘nieuwe’ inzicht? Door bijbelstudie? Het komt volgens Van Wolde vooral door…
… nieuwe uitgaven van Mesopotamische teksten. De oudere waren nog gestempeld door de bijbelse opvattingen van de wetenschappers. Nu die wetenschap is geëmancipeerd, krijgen we beter inzicht in die teksten.” En daaruit blijkt dat ook in andere scheppingsverhalen uit het Nabije Oosten de godheid de hemel scheidt van de aarde.
Mythologische verhalen uit Mesopotamië werpen licht op de betekenis van Genesis één, aldus de professor. Voor wie de Bijbel serieus neemt, weet dat dat dit een omkering van zaken is. De Schrift claimt immers zichzelf uit te leggen opdat ze juist licht zou werpen op al het andere!
In plaats van de Hebreeuwse teksten te vergelijken met mythologische verhalen buiten de Bijbel, had deze hooggeleerde dame er wijs aan gedaan, het Griekse equivalent van ‘bara’ in het ‘Nieuwe Testament’ eens te onderzoeken. Want in de Griekse geschriften wordt God (evenals in de Hebreeuwse Bijbel), maar liefst een kleine veertig keer expliciet als Schepper beleden. En het Griekse werkwoord ‘ktizo’ betekent onmiskenbaar ‘scheppen’ en niet ‘scheiden’.
Er wordt nóg een interessante reden genoemd waarom prof. Van Wolde van het woord ‘scheppen’ af wil. Het gaat om Jesaja 45:7.
„Dit heeft grote problemen veroorzaakt in de bijbelse theologie, van Calvijn tot heden, omdat hier zou staan dat God zelf het donker en het kwaad heeft geschapen.” Volgens Van Wolde is God niet de auteur van het donker en het kwaad, maar degene die „het licht vormt en van het donker scheidt, de vrede maakt en van het kwaad scheidt”.
God als Schepper van het kwaad, is een theologische “steen des aanstoots”. Dus komt het goed van pas het woord ‘scheppen’ te veranderen in ‘scheiden’… Waar mevrouw van Wolde ondertussen mee bezig is, is van GOD, de Schepper van ALLES (óók van het kwaad!), een miniatuur-god te maken. Een god naar haar beeld en gelijkenis.
Het gebruikelijke idee van scheppen-uit-niets, creatio ex nihilo, is een groot misverstand.
Klopt, creatio ex nihilo is een theologische uitvinding en (dus) een misverstand. De Bijbel zegt: “alle dingen zijn uit Hem…”. God schept uit Zichzelf en dat is iets heel anders dan uit niets scheppen.
God is de Schepper van hemel en aarde. Zoals de Schepper staat voor de ÉÉN, zo wordt de schepping gekenmerkt door de TWEE (scheiding): hemel en aarde, licht en duister, zee en land, goed en kwaad, etc. De GOD (aleph = 1) die deze schepping van dualiteiten (beth = 2) voortbracht, staat echter als een VADER (abba) garant staat voor de goede afloop: alles keert tot Hem terug! Aleph-beth-aleph: 1-2-1.
“Want UIT en DOOR en TOT HEM zijn alle dingen. HEM zij de heerlijkheid tot in de aionen” (Rom.11:36).