Romeinen 8:17 – samen uit, samen thuis
14-05-2021 - Geplaatst door Andre PietIndien nu kinderen, dan ook lotbezitters. Lotbezitters van God, samen-lotbezitters van Christus. Wanneer wij namelijk samen lijden [is dat] opdat wij ook samen verheerlijkt zouden worden.
Aan de huidige kinderen van God die in de opstanding tot zonen zullen worden gesteld, zal straks heel de schepping ten deel vallen. Als lotsdeel. Van die heerlijkheid is nu nog niets te zien. Integendeel zelfs. De “lotbezitters van God” en “samen-lotbezitters van Christus” bevinden zich nu nog in een schepping die gekenmerkt wordt door lijden. En zij delen bovendien in de afwijzing en miskenning van Christus.
Deze situatie laat zich vergelijken met die van David nadat hij van Godswege was gezalfd tot koning. Hij was bestemd voor de troon maar in de praktijk zou dat nog jaren op zich laten wachten. In de tussentijd werd hij verworpen en leed hij een ondergronds bestaan in de spelonk van Adullam.
Het was een paar honderd man die dit lot met hem deelde. Mensen zonder aanzien en die het op allerlei vlak moeilijk hadden, voegden zich bij hem. Maar toen David jaren later koning werd, kregen zij topposities toebedeeld in zijn koninkrijk. Zo David, zó Zoon van David. Met hem lijden, maar dan ook met hem verheerlijkt worden!