Openbaring 20:11 – een grote witte troon

En ik nam waar, een grote witte troon en Hem, die daarop gezeten was, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten…

In bovenstaande passage worden we verplaatst naar een tijd, ver in de toekomst. Na “de duizend jaren”. Inmiddels zijn ook de aarde en hemel weggevlucht. En dan ziet Johannes een troon. Groot en wit. En Hem die daarop is gezeten. Het is bij deze gelegenheid dat “de overige doden” (20:5) die tot dusver nog in het graf lagen, zullen opstaan om te worden gericht. Probeert u zich dat eens voor te stellen…

De doden worden geoordeeld “naar hun werken”. Alle ’tapes’ zullen worden getoond. De boeken gaan open. Heel de waarheid zal aan het licht komen. Maar bovenal zal duidelijk worden wie Hij is, die daar op de troon zit en aan wie de Vader “het gehele oordeel heeft gegeven” (Joh.5:22).

Degene die op de troon zit is dezelfde als die ooit voor hen stierf op Golgotha. De Rechter is tevens hun Redder. Dat staat vast. Het gericht is een rechtzetting. Daarom is het geen zwarte maar een grote witte troon!

Delen: