één God, één doel
17-02-2015 - Geplaatst door Andre PietAfgelopen week ontving ik van iemand een mail, waarvan ik vermoed dat de inhoud voor veel andere lezers herkenbaar zal zijn.
Beste meneer Piet,
Sinds een jaar of twee lees ik met enige regelmaat artikelen op uw website goedbericht.nl. Allereerst wil ik u bedanken voor de kennis en de studies die u daarop ter beschikking stelt. Ik ben een van de velen die daarvan kunnen profiteren.
Zelf ben ik opgevoed met zowel de leer van de persoonlijke uitverkiezing van enkelen als de leer van de drie-eenheid. Ik had daarover al jarenlang vragen, maar door veel onderzoek ben ik er inmiddels redelijk van overtuigd dat beide leren niet bijbels zijn (hoewel ik moet toegeven dat het met horten en stoten gaat).
Nu heb ik een vraag die niet zo zeer theologisch, maar wellicht meer filosofisch is. Want het valt mij op dat veel mensen die ‘unitarisch’ zijn, ook vaak ‘universalistisch’ zijn. U heeft zelf ook aangegeven zowel unitarisch als universalistisch te zijn (daarbij overigens terecht aangegeven dat de UU’s uit met name de VS echt heel anders zijn). Ook op Engelstalige websites en forums valt mij op dat unitarisme vaak samen gaat met universalisme. Of andersom.
Nu ben ik blij dat ik blijkbaar niet de enige ben, maar voor mijn gevoel hebben beide leerstellingen niet per se met elkaar te maken. Of vergis ik mij daarin? Heeft u misschien een idee waarom deze vaak lijken samen te hangen?
Alvast bedankt en met vriendelijke groet,
Eerder (in 2006) heb ik al een en andermaal blogjes gewijd aan ‘unitarisme’ (één God, nl. de Vader) en ‘universalisme’ (redding van allen). Maar de vraag in bovenstaande mail is of er een connectie tussen beide waarheden bestaat, en zo ja, welke dan?
Ik geloof inderdaad dat de waarheid aangaande “één God, de Vader” (1Kor.8:6; Joh.17:3; Efeze 4:6; 1Tim.2:5) onlosmakelijk verbonden is met de ene eindbestemming van heel de mensheid: “God alles in allen” (1Kor.15:28).
We stuiten direct al op een taalkundige verwantschap. Het woord ‘universeel’ betekent alomvattend, maar begint met uni, dat betekent één. Vanuit de elementen waaruit het is opgebouwd betekent universeel: ’tot één (uni) gekeerd (>versus)’. Alles wordt één. De samentrekking van beide woorden herkennen we ook in ‘alleen’ (=al, geheel – één).
Belangrijker echter dan het voorgaande is dat beide ‘concepten’ ook logisch met elkaar verbonden zijn. Als er één God is dan betekent dat per definitie dat alles uit Hem voortkomt en logischerwijs alles ook door en tot Hem is (Rom.11:36). De ene oorsprong garandeert de ene bestemming. Een tweeërlei uitkomst zou daarmee in strijd zijn. Vanuit een soortgelijke gedachte kennen we het spreekwoord: samen uit, samen thuis: als je samen begint, moet je ook samen eindigen.
Maar de reden waarom zicht op de ene God ook zicht verschaft op de ene eindbestemming, is niet alleen filosofisch (logisch) maar vloeit ook voort uit specifieke Schriftplaatsen. Cruciale passages namelijk, die de universele reikwijdte van redding (levendmaking, rechtvaardiging en verzoening) onderwijzen, benadrukken tevens dat er slechts één God is. Of negatief geformuleerd: dezelfde Schriftplaatsen die hoofdbrekens bezorgen aan theologen die een tweeërlei uitkomst leren (hemel en hel), bezorgen die hoofdbrekens ook aan trinitariërs (aanhangers van de drie-eenheidsleer). Een paar voorbeelden. Paulus schrijft in 1Korinthe 8:6
… voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn…
Duidelijke taal: er is slechts één God, nl. de Vader. Laat theologen dat gerust ‘unitarisme’ noemen, als het maar duidelijk is dat het een ondubbelzinnige statement van Paulus zelf betreft. Unitariërs kunnen volstaan met de Schrift te citeren. Trinitariërs daarentegen zijn genoodzaakt om met behulp van redeneringen, die zij zelf niet snappen en dat ook toegeven (!), hun onbijbelse terminologie te rechtvaardigen. Ik doel daarbij op termen als ‘God de Zoon’, ‘drie-eenheid’, ‘één wezen en drie personen’, enz. die niet uit de Bijbel komen en zelfs totaal vreemd zijn aan de Schrift.
Enfin, terugkomend op 1Kor.8:6: de ene God (de Vader) is de oorsprong en bestemming van alles. Twee concepten, één motief.
Of wat te denken van 1Timotheus 2:4-6 waar dezelfde apostel schrijft:
God, onze Redder die wil, dat alle mensen gered worden en tot erkentenis der waarheid komen. WANT er is één God en ook één middelaar van God en mensen, de mens Christus Jezus, die Zich gegeven heeft tot een losprijs voor allen…
God wil dat alle mensen gered worden. Waarom? Omdat er één God is. Eén God heeft één doel met alle mensen. En niemand die Hem daarvan kan weerhouden (1Tim.4:10)… want er is één God. Maakt Christus Jezus deel uit van die ene God? Nee. Want er is één God en één Middelaar, de mens Christus Jezus. Inderdaad, dat is Hij die zich gegeven heeft tot een losprijs voor allen. Eén en allen zijn de twee sleutelwoorden van deze passage.
Maar de kroongetuige onder alle Schriftplaatsen is ongetwijfeld 1Korinthe 15:22-28. Het verklaart door wie, hoe en wanneer Gods universele plan gerealiseerd wordt. Als met een telescoop zien we voorbij de heerschappij van Christus en voorbij de aeonen waarin Hij zal heersen en hoe God ten slotte alles in allen wordt. De dood zal er niet meer wezen omdat allen (die in Adam sterven) levendgemaakt zullen zijn. Maar ditzelfde gedeelte toont niet minder aan wie Christus is t.o.v. God. Hij is ondergeschikt aan Hem en zal daarom uiteindelijk afstand doen van de troon en een volmaakt Koninkrijk overdragen aan zijn God en Vader. 1Korinthe 15:24,28
… daarna het einde, wanneer Hij het koninkrijk aan God de Vader overdraagt (…) Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf aan Hem onderworpen worden, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen.
Wie het Goede Bericht kent van de universele triomf van Christus’ reddingswerk ontkomt evenmin aan de waarheid der waarheden: er is één God…
… één God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen.
Efeze 4:6
Reageer op Facebook