het wordingsboek van hemel en aarde
06-08-2015 - Geplaatst door Andre PietDit is de geschiedenis van de hemel en de aarde, toen zij geschapen werden…
Genesis 2:4
In dit vers vinden we de afsluitende woorden over de schepping van hemel en aarde. Het Hebreeuwse woord dat hier vertaald wordt met “geschiedenis” is toledot. Dat woord komt dertien keer voor in Genesis. De tweede keer is in Genesis 5:1
dit is het boek van Adams toledot…
De derde keer in Genesis 6:9:
dit zijn de toledot van Noach.
De vierde keer in Genesis 10:1:
dit zijn de toledot van de zonen van Noach.
Enzovoort. De aartsvaders hebben hun toledot, hun geschiedenissen op schrift gesteld. Genesis 2:4b t/m 5:1 spreekt daarom van “het boek van Adams toledot“. Later heeft Mozes alle dertien toledot bijeengebracht en geredigeerd en wij kennen dit als het boek Genesis. Adam, Noach, Sem, Terach, Ismaël en Izaak, Ezau en Jakob hebben hun memoires vastgelegd. Historische informatie over zo’n 2200 jaar uit de eerste hand!
Genesis 1 t/m 2:4a vormt de eerste toledot. Met daarin de tien woorden die God gesproken heeft bij de schepping. Het getal tien doet uiteraard direct denken aan “de tien woorden” die God gesproken heeft op de berg Sinaï. En niet alleen gesproken, Hij heeft ze toen ook geschreven op stenen tafelen.
Genesis 1 t/m 2:4a wordt onderscheiden van de toledot van het boek van Adam (5:1). Wie zou de geschiedenis van Genesis 1 ons hebben gegeven? Wie anders dan God zelf, de Schepper van hemel en aarde? In de Septuagint (de Griekse vertaling van het OT) lezen we in 2:4: “dit is het wordingsboek (biblos genesioos*) van hemel en aarde”.
Algemeen worden de zes dagen in Genesis 1 betrokken op de duur van de schepping van hemel en aarde. Dat zou kunnen, God sprak de scheppingswoorden immers in zes dagen. Maar men vergeet dan kennelijk dat God de scheppingswoorden twee keer heeft gesproken. Eerst bij de schepping en de tweede keer toen Hij dit aan de mens openbaarde. Welnu, dagen veronderstellen een zon die opgaat en ondergaat. Zou de zon op de vierde dag geschapen zijn, hoe kon er dan al eerder sprake zijn van morgens en avonden? Als de zes dagen echter betrekking hebben op de openbaring van de scheppingswoorden aan de mens, dan verdwijnt deze ongerijmdheid. De zon was er al, alleen God openbaarde dit scheppingswoord pas op de vierde dag.
Ook veel andere vragen verdwijnen als we de dagen in Genesis 1 gaan verstaan als dagen waarin God tot de mens spreekt. Telkens lezen we “en God noemde…”. God noemde het licht dag… de duisternis nacht… het uitspansel hemel… het droge land… “, enz. Hier wordt de mens aangesproken en onderwezen. En vandaar dat er ’s nachts ook rust is. Niet omdat God in de nacht zijn scheppingsactiviteiten moest onderbreken maar omdat de mens sliep. En dat geldt ook voor de zevende dag: de sabbat werd gemaakt om de mens (Mar.2:27).
De zeven dagen in Genesis 1 zijn onmiskenbare dagen van twaalf uren (Joh.11:9). Dagen die beginnen in de morgen omdat de zon dan opgaat en eindigen in de avond omdat de zon dan ondergaat. En nachten waarin rust is. God sprak overdag tot de mens de tien woorden. En zo kwam het monumentale “wordingsboek van hemel en aarde” in zes dagen tot stand. Het boek dat als manifest van de Schepper zelf aan de mens werd toevertrouwd.
* biblos genesioos, dezelfde frase als waar het NT ook mee aanvangt in Mat.1:1: ‘geslachtsregister’…
————————————————
Reageer op Facebook