chronologie (6) zeventig jaar verwoesting
02-11-2015 - Geplaatst door Andre PietIn de vorige blog hebben we gezien dat de verwoesting van Jeruzalem door de legers van Nebukadnezar, de afsluiting was van een periode van vierhonderd dertig jaar. Via twee onafhankelijke routes kwamen we tot dit aantal jaren. In de eerste plaats hebben we de regeringsjaren vanaf de tweede verschijning van de HERE aan Salomo, bij elkaar opgeteld, inclusief de jaren van troonwisseling. Dat leverde vierhonderd dertig jaren op. Een termijn die expliciet wordt bevestigd in Ezechiël 4, waar de periode voorafgaand aan Jeruzalems val, verdeeld wordt in driehonderd negentig jaar en veertig jaar, wat dus een zelfde totaal (390 + 40 = 430) oplevert.
We zijn tot dusver sterk bepaald bij termijnen van vijfhonderd jaren. Van Abrams geboorte tot aan de uittocht was vijfhonderd jaar. En van de uittocht tot aan de voltooiing van de tempel en paleis-gebouwen eveneens vijfhonderd jaar. De vierhonderd dertig jaren tot aan Jeruzalems verwoesting, zouden alleen om die reden al aangevuld dienen te worden met nog zeventig jaar. En zo is het ook precies. Aan het einde van het boek 2Kronieken, hoofdstuk 36, wordt het dramatische einde van Jeruzalem beschreven, de verbranding van de tempel en de wegvoering in ballingschap van het overgebleven volk. En dan doet de schrijver deze mededeling over de termijn:
20 … totdat het koninkrijk van Perzie de heerschappij verkreeg;
21 om het woord des HEREN, door Jeremia verkondigd,
in vervulling te doen gaan:
totdat het land zijn sabbatsjaren vergoed gekregen heeft.
Al de dagen die het woest lag, heeft het gerust,
OM ZEVENTIG JAAR VOL TE MAKEN.
22 Maar in het eerste jaar van Kores, de koning van Perzie,
wekte de HERE, opdat het woord des HEREN,
door Jeremia verkondigd, zou worden voltrokken,
de geest van Kores, de koning van Perzie, op…
Vanaf de verwoesting van Jeruzalem tot aan het eerste jaar van Kores, de koning van Perzië (2Kron.36:21), zijn zeventig jaren. Zodat het eerste jaar van Kores, waarin een een begin gemaakt zou worden met de herbouw van het huis van God, (430 + 70=) vijfhonderd jaar na de verschijning aan Salomo plaatsvond. En duizend jaar na de uittocht uit Egypte. Het was het jaar 3500 AH en dus wederom een jubeljaar. En wat voor één! Want het was niet alleen het einde van zeventig jaar verwoesting van de tempel, maar ook nog eens het zeventigste jubeljaar sinds de creatie van Adam!
Maar daar komt nóg iets bij. Want 2Kronieken 36:21 meldt niet alleen dat de termijn van zeventig jaar vol gemaakt moest worden, omdat de profeet Jeremia dit voorzegd had. Er wordt ook een reden opgegeven voor dat aantal jaren: het land kreeg haar sabbatten vergoed. We zagen al eerder (vanuit Leviticus 25) dat Israël ieder zevende jaar het land niet mocht bewerken of daarvan oogsten. Iedere vijftig jaar zou het land zeven sabbatsjaren ontvangen. D.w.z. als het land zeventig sabbatsjaren vergoed krijgt, dan staat dit voor een periode van (10 x 50=) vijfhonderd jaar. Het einde van de zeventig jaar van Jeruzalems verwoesting, is daarmee ook het einde van een termijn van vijfhonderd jaar. De zeventig jaren als sabbatsjaren, voeren ons dus eveneens naar het beginjaar dat de HERE verscheen aan Salomo en hem waarschuwde voor de verwoesting van de tempel en de ballingschap. Vijfhonderd jaren die verdeeld zijn in vierhonderd dertig jaar en zeventig jaar. Zodat we drie onafhankelijke getuigen hebben voor dezelfde termijn.
God houdt woord en doet alles op zijn tijd in vervulling gaan!
Reageer op Facebook