GoedBericht.nl logo
English Blog

wie is de overste van de wereld?

26-10-2018 - Geplaatst door Andre Piet

De uitdrukking “de overste van de wereld” komen we drie keer tegen in de Bijbel. Drie keer in het Johannes-evangelie (12:31; 14:30 en 16:11) en drie keer uitgesproken door Jezus in de laatste week, voorafgaand aan zijn sterven. Volgens vrijwel alle Bijbel-commentatoren zou de term betrekking hebben op satan. Heet deze immers in Ef.2:2 niet “de overste van de macht van de lucht”? En wordt hij in 2Kor.4:4 ook niet “de god van deze aion” genoemd?

de Ben Adam

Toch zijn er m.i. overtuigende argumenten dat Jezus met deze term niet naar satan, maar juist naar zichzelf verwees. Inderdaad, in de derde persoon. Maar dat doe hij veel vaker, juist waar hij spreekt over zichzelf in relatie tot de wereld. Zo noemt hij zichzelf dikwijls (letterlijk) “de zoon van de mens”. Let op het dubbele bepaalde lidwoord en op het dubbele enkelvoud. Het gaat over één bepaalde zoon van één bepaalde mens. Die bepaalde mens is “haAdam”, de uitdrukking die we regelmatig in Genesis aantreffen en verwijst naar de eerste mens: Adam. Deze Adam zou de hof bewaren en bouwen en zo de aarde onderwerpen. In plaats daarvan echter werd hij uit de hof gezet. De ontslagen tuinman… Waarna de vraag is: wie gaat deze taak alsnog op zich nemen en daadwerkelijk vervullen? Dat is de “Ben Adam”, “de zoon van de mens”. Psalm 8 gaat profetisch over hem (Ps.8:5). Nadat hij een weinig minder is gemaakt dan de engelen (want engelen gaan niet dood), heeft God hem gekroond met eer en heerlijkheid (Ps.8:6; vergl. Hebr.2:7-9). En alles heeft God onder zijn voeten gesteld (Ps.8:7) hoewel we dat nu nog niet zien (Hebr.2:8). M.a.w. “de Ben Adam” is hoe dan ook de definitieve overste van deze wereld.

Na de beroemde (zogenaamde) ‘intocht in Jeruzalem’ verklaart Jezus in Joh.12:

23 Maar Jezus antwoordde hen en zei: het uur is gekomen dat de zoon van de mens verheerlijkt zou worden. 24 Amen, amen, ik zeg tegen jullie, indien de zaadkorrel van het graan niet valt in de aarde en zou sterven, blijft hij alleen. Maar indien hij zou sterven, brengt hij veel vrucht voort.

Nadat Johannes meerdere malen had verklaard dat Jezus’ uur nog niet was gekomen (7:30; 8:20), wordt hier voor het eerst gezegd dat zijn uur wél was gekomen. Jeruzalem had op de 10-de Nisan het lam in huis genomen en feestelijk binnen gehaald. Men meende als koning, maar in werkelijkheid als het lam van Pascha. Om enkele dagen later geslacht te worden. Maar ook om in dezelfde week als “Ben Adam” verheerlijkt te worden: gekroond met eer en heerlijkheid! Die tijd, dat uur was nu gekomen.

eerste voorkomen: Johannes 12:31

Even later lezen we dat Jezus in Joh.12:31 zegt:

Nu is een oordeel van deze wereld. Nu zal de overste van de wereld buiten geworpen worden.

Dit is de eerste keer dat we lezen over “de overste van de wereld”. Nu (in deze week) zou een oordeel van deze wereld plaatsvinden. Niet over deze wereld, zoals sommige vertalingen ten onrechte weergeven. Maar van deze wereld. De wereld zou oordelen. Het is vergelijkbaar met de uitdrukking “het oordeel van Gehenna” (Mat.23:33) dat ook niet een oordeel over Gehenna is maar een oordeel dat vanuit Gehenna wordt voltrokken. Wat het oordeel van deze wereld is, wordt vervolgens uitgelegd: nu zal de overste van deze wereld worden buiten geworpen. Wie werd er toen, in die week geoordeeld en buiten geworpen? Is het niet “de zoon van de mens”? Heeft de wereld (godsdienstig en politiek) hem toen niet geoordeeld en veroordeeld door hem buiten de muren van Jeruzalem te kruisigen? Buiten Jeruzalem, jawel, “de stad van de grote koning” (Mat.5:35)! Slechts één persoon komt in aanmerking als concrete vervulling van deze profetie. De Ben Adam!

tweede voorkomen: Johannes 14:30

De tweede keer dat we lezen over “de overste van de wereld” is in Joh.14:30:

30 Niet veel zal ik meer met jullie spreken want de overste van de wereld komt en in mij heeft ze niets, 31 maar de wereld zou weten dat ik de Vader liefheb en zó doe zoals de Vader mij gebiedt. Kom overeind, laten we vanhier gaan.

De gangbare uitleg concludeert dat aangezien Jezus over zichzelf spreekt in de eerste persoon (ik, mij), dat hij dus niet “de overste van de wereld” kan zijn. Maar die conclusie is te snel. Er zijn meer teksten in het Johannes-evangelie waar Jezus afwisselend over zichzelf spreekt in de eerste en derde persoon (6:40; 6:53). Door afstandelijk over “de zoon van de mens” en “de overste van de wereld” te spreken, suggereert hij afstand tussen zijn uitspraak en de daadwerkelijke erkenning daarvan door de wereld.

In de uitleg van dit vers hangt alles af van de vraag over wie Jezus spreekt als hij zegt “in mij heeft ze niets”. Wie is “ze”? In het Grieks staat hier ‘echei’, dat een derde persoon enkelvoud is, en zowel een ‘hij’ of ‘zij’ of ‘het’ zou kunnen zijn. Heeft Jezus het over “de overste”? In dat geval kan hij inderdaad onmogelijk zelf de overste zijn. Maar als ‘echei’ daarentegen betrekking heeft op “de wereld”, dan kan het haast niet missen dat juist hij de overste is. Grammaticaal gezien liggen beide opties open.

Er is trouwens een subtiel verschil in uitdrukking tussen dit voorkomen en de twee andere. In de grondtekst wordt hier niet gesproken over “de overste van de wereld” maar (letterlijker weergegeven) over “der wereld overste”. De nadruk ligt op de wereld. Dus: “… der wereld overste komt en in mij heeft ze niets”. Gaan we uit van de Ben Adam als overste, dan verstaan we hier dat hij tot de wereld zou komen, maar de wereld zou in hem niets hebben. D.w.z. men zou in hem geen overste (h)erkennen. “Maar”, vervolgt Jezus, “de wereld zou weten dat ik de Vader liefheb en zó doe zoals de Vader mij gebiedt”. Al erkent de wereld hem niet als overste, dit getuigenis zou onmiskenbaar zijn. En pal daarop verklaart Jezus: “Kom overeind, laten we vanhier gaan”. Door dit te zeggen, voegt Jezus de daad bij het woord: de overste komt tot de wereld.

derde voorkomen: Johannes 16:11

De derde en laatste keer dat we lezen over “de overste van de wereld” is in Johannes 16:

8 en als hij komt (=de ‘parakleet’, de geest der waarheid),
zal hij de wereld ontmaskeren
omtrent zonde en omtrent rechtvaardigheid en omtrent oordeel;
9 omtrent zonde omdat zij niet in mij geloven;
10 omtrent rechtvaardigheid omdat ik naar de naar de Vader toe ga
en jullie mij niet langer aanschouwen;
11 maar omtrent oordeel omdat de overste van deze wereld geoordeeld is.

De komst van “de geest der waarheid” die Jezus hier aankondigt, zou de wereld ontmaskeren op drie punten. In de eerste plaats van haar zonde, omdat de wereld niet in Jezus gelooft. De zonde der wereld (vergl. Joh.1:29!) is haar ongeloof. In de tweede plaats zou “de geest der waarheid” de wereld ontmaskeren omtrent rechtvaardigheid. Dat Jezus verhoogd is en onttrokken is aan het oog, is een daad van rechtvaardigheid. God heeft recht gedaan aan de woorden van de profeten door deze te vervullen. En in de derde plaats zou de wereld geconfronteerd worden met het feit dat de overste van de wereld geoordeeld is. De wettige erfgenaam van de wereld hebben zij veroordeeld en buiten geworpen.

De conclusie moet zijn dat niet satan maar de Ben Adam “de overste van de wereld” is. Hoewel veroordeeld en buiten geworpen door de wereld, kan hij als enige aanspraak maken op deze titel. Hij zal deze titel definitief dragen en ook waarmaken!

Delen: