wat is “de ekklesia”?
12-10-2016 - Geplaatst door Andre PietHet woord ‘ekklesia’ verwijst in het Nieuwe Testament vrijwel standaard naar de verzameling van gelovigen in Christus. Maar we dienen ons te realiseren dat het begrip ‘ekklesia’ buiten deze toepassing, al een bekend Grieks woord was en in het algemeen spraakgebruik doelde op de volksvergadering. Niet alleen volgens de handboeken maar ook in de Schrift. In Handelingen 19 lezen we dat menigte van de stad Efeze samenkwam in het theater om oppositie te voeren tegen Paulus’ prediking. Daar vond de volksvergadering altijd plaats en deze vergadering vormde ook het hoogste politieke orgaan van zo’n stad. Tot drie keer toe wordt het in Handelingen 19 “de ekklesia” genoemd (19:32,39,41), ondanks dat ze onwettig bijeen was. Ook in Hand.7:38 spreekt Stefanus van de ekklesia van Israël in de woestijn. Ook dat was de vergadering van heel het volk.
volksvergadering
Een ekklesia is maar geen vergadering van een willekeurig groep mensen, nee, het is de volksvergadering. D.w.z. heel het volk wordt er aanwezig gerekend. Als de Schrift een samenkomst van gelovigen de ekklesia noemt, dan is dat een waardeoordeel. Een eretitel. Zo’n ekklesia is plaatselijk maar ook per definitie universeel. “De ekklesia te Korinthe” (1Kor.1:2) is een vergadering in een specifieke plaats. Maar vergis u niet: het was de volksvergadering te Korinthe. De vergadering vertegenwoordigde heel het volk en daarmee “allen, die allerwege de naam van onze Here Jezus Christus aanroepen” (1Kor.1:2).
onnodige problemen
Het aantal aanwezigen in zo’n vergadering speelt daarbij geen rol. Vaak is er in de Schrift sprake van “de ekklesia ten huize van…” (Rom.16:5; 1Kor.16:19, Kol.4:15; Fil.1:2). Twee of drie is slechts het logische minimum (vergl. Mat.18:20), want bij minder is er geen sprake meer van een vergadering. De Schrift kent ook niet de vraag van hoe ‘huisgemeenten’ zich verhouden tot ‘de plaatselijke gemeente’. Of hoe de ene plaatselijke gemeente zich verhoudt tot een andere plaatselijke gemeente. Of hoe deze gemeenten zich verhouden tot de universele gemeente. Dat zijn stuk voor termen en onderscheidingen die onbekend zijn in de Schrift. De problemen die daardoor ontstaan, maakt men dus zelf. Het komt voort uit onbegrip van wat de ekklesia is. “De ekklesia ten huize van…” representeert heel het volk. Niemand uitgezonderd. Is dus ook niet inferieur aan de ekklesia in een andere plaats. Kent daarom ook geen hiërarchie van vergaderingen (synodes, concilies) boven haar. Ze representeert heel het volk en is bekleed met het hoogste gezag.
waar is de ekklesia?
Waar is de ekklesia (“die zijn lichaam is”) te vinden? Heel simpel. Waar gelovigen vergaderd zijn en Christus het Hoofd is. Christus is immers het Hoofd van de ekklesia die zijn lichaam is (Kol.1:18; Ef.5:23). En omdat Hij het Hoofd is van de ekklesia, heeft Hij het daar voor het zeggen (Ef.5:24). Daar klinkt zijn woord (Ef.5:26) en daar doet dat woord ook zijn heiligend, reinigend en stralend werk.
Christus heeft de ekklesia lief
Christus heeft de ekklesia lief (Ef.5:25). Dat is maar niet de som van alle gelovigen. De ekklesia is niet het volk, maar de vergadering van dat volk. Het is deze volksvergadering die Christus liefheeft. Dat volk hoort bij elkaar, ze vormen één lichaam en als ekklesia zijn ze officieel “samen met alle heiligen” (Ef.3:18).
Zoals door Paulus voorzegd, is de christenheid als geheel vervreemd van “de gezonde leer” (2Tim.4:3). Kerkgenootschappen pretenderen “de ekklesia” te zijn, maar ten onrechte. Want waar aan mensenwoorden gezag wordt toegekend (belijdenisgeschriften) en men autoriteiten aanstelt boven de vergadering, daar is Christus kennelijk niet het Hoofd. Maar ook vandaag, te midden van alle religieuze verwarring geldt nog steeds, dat waar men vergadert rond Christus als Hoofd en zijn woord klinkt, dáár is “de volksvergadering die zijn lichaam is” (Ef.1:23).