waarom besnijdenis-geschriften?
02-09-2013 - Geplaatst door Andre PietVRAAG:
In een eerdere blog op GoedBericht.nl werd betoogd aan de hand van Efeze 2 dat het onderscheid tussen Jood en heiden binnen het lichaam van Christus geen rol speelt. Mijn vraag is: hoe verhoudt zich dit tot het gegeven dat Jakobus, Petrus en Johannes zich exclusief richten tot de besnijdenis (Gal.2:9)? Is dat niet in strijd met elkaar?
ANTWOORD:
De ekklesia als één lichaam, waarin geen onderscheid is tussen Jood en heiden (Kol.3:11), komen we uitsluitend in Paulus’ brieven tegen. Het is door openbaring aan hem bekendgemaakt (Ef.3:3) en via hem ook aan de andere apostelen (Ef.3:5). Aan de apostelen in Jeruzalem was eerder “het Evangelie van de besnijdenis” toevertrouwd (Gal.2:7-9). Voor Paulus was het echter duidelijk dat deze boodschap inmiddels ‘over de datum’ was omdat Jeruzalem zich niet zou bekeren (Hand.22:18) en het heil om die reden naar de natiën werd gezonden (Hand.28:28). Hoe deze kennis van Paulus door “de twaalf” en Jakobus is opgepakt, is moeilijk te zeggen. Ze hebben Paulus loyaal als apostel van Christus erkend (Gal.2:9) maar of en in hoeverre zij zijn boodschap hebben begrepen, blijft een vraag. Slechts van Petrus weten we dat hij aan het einde van zijn leven uitdrukkelijk naar Paulus’ brieven verwijst omdat daar volgens hem het antwoord is te vinden op de vraag hoe het zit met het uitblijven van de wederkomst van Christus (2Petr.3:15,16).
brieven in de toekomst weer actueel
Dat Jakobus, Petrus en Johannes zich richten tot de besnijdenis is een gegeven (Gal.2:9). De adressering van hun geschriften laat daarover ook geen twijfel bestaan (Jak.1:1; 1Petr.1;1, enz.). De vraag is dus: wat doen die besnijdenis-geschriften in onze Bijbel als “de besnijdenis” geen aparte status heeft binnen het lichaam van Christus? Wanneer we verstaan dat Gods plan in fasen wordt uitgewerkt, is het antwoord niet moeilijk. In de (nabije) toekomst zal God namelijk opnieuw de draad oppakken met zijn volk Israël en met Jeruzalem als “de stad van de grote Koning”. Voordat het echter zover is zal de ekklesia die in onze dagen geroepen wordt (het lichaam van Christus), van de aarde worden geëvacueerd tot God en zijn troon (1Thes.4; Openb.12:5). Vanaf dat moment zullen de besnijdenis-brieven alsnog (en wederom) ‘afgeleverd’ worden. Van toepassing op die doelgroep en in die tijdsetting.
een pauze
De huidige periode waarin het lichaam van Christus wordt gevormd is een pauze in Gods programma. Een interim-periode. Een onvoorziene onderbreking (“ten tijde van vroegere geslachten niet bekend”; Ef.3:5). De geschriften van Jakobus, Petrus en Johannes daarentegen sluiten aan op de woorden van de profeten (1Petr.1:10) en zullen actueel worden zodra Israël weer ‘in the picture’ komt.