vraag over het ‘Onze Vader’
01-12-2007 - Geplaatst door Andre Piet
Van iemand die mijn studie over het gebed had beluisterd en ook de toespraak van zondag j.l. ontving ik een email met een vraag. In de genoemde studies betoog ik dat we zouden staan op dat wat ons beloofd is. Het past niet om vraagtekens zetten, daar waar God in Zijn Woord zo uitdrukkelijk uitroeptekens plaatst. Als God belooft voor ons te zorgen, getuigt het dan niet van ongeloof als we vragen: ‘Heer, wilt U voor ons zorgen?’. Als de Schrift zegt: “we hebben de vergeving”, past het ons dan om te bidden: ‘Vader, wilt U onze zonden vergeven?’.
De mail-schrijfster vroeg zich af hoe deze beweringen zich verhouden tot enkele beden in het zogenoemde ‘Onze Vader’.
* “Geef ons heden, ons dagelijks brood” en
* “vergeef ons onze schulden…”
Ze voegde er aan toe dat ze weet dat het onderwijs van het ‘Onze Vader’ specifiek voor Israël is, maar toch… Hoe zit dit?
Het misverstand m.i. in de vraag is, is dat de verschillende beden in het ‘Onze Vader’ onzekere vragen zouden zijn. Dat is beslist niet het geval. Sterker: het zijn niet eens vragen! Het zijn claims. Niet: ‘wilt U ons heden, ons dagelijks brood geven?’ maar “gééf ons heden ons dagelijks brood”. In hetzelfde Matteüs 6 waar het ‘Onze Vader’ staat opgetekend, daar lezen we de garantie dat daar waar we eerst Gods Koninkrijk en zijn gerechtigheid zoeken, wij al wat nodig is, zullen ontvangen. Dat is een belofte! De bede “geef ons heden ons dagelijks brood” is niet anders dan een beroep doen op die belofte.
Hetzelfde kan gezegd worden van de bede “vergeef ons onze schulden, gelijk wij ook vergeven onze schuldenaren”. Ook dat is geen vraag om vergeving, maar een aanspraak maken op vergeving. Het veronderstelt dat wij onze schuldenaren vergeven. Zouden we dat niet doen, dan demonstreren we daarmee slechts dat ons gebed niet oprecht is. Is het niet hypocriet om van God te verwachten dat we zelf aan anderen onthouden? De gedachte in het ‘Onze Vader’ is: áángezien we onze schuldenaren vergeven, verwachten we van “onze Vader die in de hemelen is”, niet anders!