vader Abraham had… acht zonen
06-07-2022 - Geplaatst door Andre Pietniet Ismaël
Als een telkens weerkerend refrein stuiten we in het boek Genesis op het fenomeen dat de verwekking van de beloofde erfgenaam standaard problematisch is. Zo zou Abrams nageslacht zijn als de sterren van de hemel (Gen.15:5) maar zijn vrouw Sara bleek onvruchtbaar (Gen.11:30). Toen de hoop op nageslacht via Sara geheel verkeken leek, stelde Sara zelf aan Abram voor, om dan maar via haar slavin Hagar de belofte te vervullen. En Abram luisterde naar zijn vrouw en Hagar kreeg een zoon, Ismaël genaamd. Abram was toen zesentachtig jaar oud (Gen.16:16). Nog weer dertien jaar later, toen Abram dus inmiddels negenennegentig jaar oud was (Gen.17:1) kreeg hij van God te horen dat niet Ismaël de zoon van de belofte was, maar dat vanuit Sara de beloofde zoon zou worden geboren. Waarop Abraham lachend reageerde met de woorden:
Zal dan aan een honderdjarige een kind geboren worden, en zal Sara, een negentigjarige, baren?
-Gen.17:17-
verstorven
Sara was al zoveel jaren eerder onvruchtbaar gebleken en de Bijbel meldt dat het Sara ook in die tijd niet meer “naar de wijze der vrouwen” ging (Gen.18:11), d.w.z. ze menstrueerde niet meer. Dat laatste klinkt nogal vanzelfsprekend maar we moeten ons realiseren dat in die dagen de leeftijden van mensen en de duur van hun vruchtbaarheid moeilijk te vergelijken is met de situatie zoals we deze vandaag kennen. Het is waar, de leeftijden namen na de wereldwijde vloed drastisch af zodat in de dagen van Mozes een leeftijd van honderdtwintig jaar al uitzonderlijk hoog was (Deut.34:7). Toch bereikte Abraham altijd nog een leeftijd van honderd vijfenzeventig jaar (Gen.25:7) en zijn vrouw Sara werd honderd zevenentwintig jaar (Gen.23:1). Maar één ding is zeker: zowel voor Abraham als voor Sara was het uitgesloten dat één van beiden nog (op resp. honderd en negentig jarige leeftijd) in staat zou zijn een kind voort te brengen. In het Nieuwe Testament wordt dit gegeven ook expliciet benoemd:
En niet zwak in het geloof, merkte hij (=Abraham) op dat zijn lichaam reeds verstorven was (daar hij ongeveer honderd jaar oud was) en ook de versterving van Sara’s moederschoot…
-Rom.4:19-
Zowel Sara als Abraham waren in termen van vruchtbaarheid “verstorven”. Van Sara was dit sowieso al duidelijk maar ook Abraham was inmiddels impotent en (dubbelzinnig geformuleerd) niet in staat om zijn geslacht in stand te houden. Maar Abraham geloofde in opstanding en heeft dat aan den lijve ondervonden. Zoals ook de schrijver van de Hebreeën-brief dit naar voren brengt:
Daarom zijn er dan ook uit een man, en wel een verstorvene, voortgekomen als de sterren des hemels in menigte en gelijk het zand aan de oever der zee, dat ontelbaar is.
-Hebr.11:12-
geen zeven zonen
God verwekte a.h.w. leven uit de dood door opstanding (Lat. erectie) en beeldde daarmee de waarheid van het Evangelie uit. Overigens, Abraham heeft niet slechts éénmalig zijn potentie teruggekregen maar zelfs blijvend. Want na het overlijden van Sara lezen we dat Abraham zich Ketura tot (bij)vrouw nam (Gen.25:1,5) en bij haar verwekte hij nog eens zes zonen: Zimran, Joksan, Medan, Midjan, Jisbak en Suach (Gen.25:2), die op hun beurt ook stamvaders werden van allerlei volken. Zo werd Abraham daadwerkelijk een vader van vele volken (Gen.17:4). In totaal werd Abraham dus niet de vader van (de spreekwoordelijke) zeven zonen, maar van acht zonen.
acht
Het getal acht verwijst ook weer naar de dag van de besnijdenis (Gen.17:12) dat symbool staat voor vruchtbaarheid (“uitermate vruchtbaar”; Gen.17:6). Het is illustratief dat bij de besnijdenis de voorhuid wordt weggenomen en de vrucht van de eik (lees: de eikel) wordt ontbloot. En bedenk daarbij dat het woord voor ‘eik’ (Hebr. ‘elon’; Gen.12:6) direct verwant is aan het woord voor ‘eed’ (‘alah’; Gen.24:41) en dus ook weer verwijst naar Gods belofte aan Abraham die Hij hem onder ede had gezworen!