schrale troost van een dominee
25-04-2018 - Geplaatst door Andre PietDe bekende dominee Arie van der Veer (EO) schreef een blog over ‘verloren gaan’. Hij begint zo:
Ik had het in de blog van zaterdag over de angst om ‘verloren te gaan’.
Iemand vroeg: ‘Wat is dat?’ Een serieuze vraag verdient een serieus antwoord.
Van der Veer schrijft hoezeer deze vraag hem gestempeld heeft vanuit zijn opvoeding en hoe bang zijn moeder was om ‘verloren te gaan’. Hij vervolgt:
Misschien komt het daardoor dat ik toen ik voorzitter van de EO was, heel vaak gesproken heb over Lucas 15. Het bekende hoofdstuk met drie gelijkenissen over Gods liefde voor het ‘het verlorene’.
Even later komt de conclusie.
Dus wat is verloren?
Voor het schaap hield dat in, dat hij wel kudde hoorde en van de herder was maar ook dat hij het contact daarmee kwijt was. Het verloren muntje betekende heel veel voor de vrouw. Maar zij was het kwijt. En de verloren zoon was niet zomaar iemand kwijt, maar zijn Vader.Verloren zijn betekent God kwijt zijn.
Mis, mis, mis! De verloren zoon was niet verloren omdat hij zijn vader kwijt was. In dat geval zou het de gelijkenis zijn geweest van de verloren vader. Op zich mag het waar zijn dat de zoon zijn vader kwijt was, maar daar gaat het nu juist niet om. De vader was zijn zoon kwijt. Zoals de herder zijn schaapje en de vrouw haar munt kwijt was. Het gaat in Lucas 15 niet om de beleving van het verlorene maar om die van herder, de vrouw en de vader. Het schaapje, de munt of de zoon waren niet verloren omdat ze zich in verdrietige omstandigheden bevonden. Het was niet de tragiek van de munt die zijn eigenares kwijt was. Nee, het was de tragiek van de vrouw die haar munt kwijt was. En toen de zoon in het buitenland aan het feesten was met zijn vrienden en zijn geld doorbracht was hij niet minder verloren dan toen hij bij de varkens neerzat. Al die tijd was zijn vader hem kwijt!
Omdat de herder het schaap, de vrouw de munt en de vader zijn zoon kwijt waren, gingen zij het verlorene zoeken. Het was hun eigendom en daarom was het ook hun belang om het verloren bezit weer te vinden. De herder zocht net zo lang totdat hij het verlorene gevonden had (15:4). Het was zijn blijdschap dat hij het schaapje had gevonden. Zoals het ook de vreugde van de vrouw was die het verloren muntstuk had gevonden. Het was niet de vreugde van het muntstuk… Zo was het ook vreugde van de vader, dat zijn zoon weer gevonden was. Hoezeer de zoon ook deelde in deze feestvreugde, het was niet zijn vader maar hij die verloren was.
Door de focus te leggen op de verdrietige gevolgen van het verloren-zijn, ontgaat ons de clou van het echte verdriet. De vraag is namelijk: wie heeft verloren? Om wiens verlies gaat het? Uiteraard om dat van de eigenaar! Als schepselen zijn we het werk van GODS handen en dus van Hem. En wanneer Hij ons kwijt is dan is dat zijn verlies. En het is daarom ook GODS eer om het verlorene te zoeken… en te vinden!
Dominee van der Veer eindigt zijn blog zo:
Wat betekent het verloren te zijn?
Dat is het schaap dat zich niet laat vangen en een zoon die die weigert naar zijn vader te gaan.Angst om verloren te gaan?
Er bestaat ook zoiets als verdriet om iemand die zich niet laat vinden.
Wat een misser wederom! En dat allemaal omdat van der Veers uitgangspunt niet deugt. Het gaat niet om het verlies dat het verlorene ondervindt. Maar het gaat evenmin om wat het verlorene moet doen om gevonden te worden. Alles is gelegen aan de eigenaar (herder, vrouw, vader) die zoekt totdat het verlorene gevonden is. Van der Veer vindt zijn troost in de Eigenaar die zoekt. Maar hoe schraal is die troost, als het verlorene in staat is zich niet te laten vinden!? Omdat van der Veer het ware verlies van het verlorene niet onderkent, ontgaat hem ook de vreugde van de gelijkenissen in Lucas 15. Die vreugde is: het verlorene wordt gevonden! Daar staat de Eigenaar garant voor!