Titus 1:7 – de opziener
27-04-2023 - Geplaatst door Andre PietWant de opziener moet onaanklaagbaar zijn als huisbeheerder van God…
We lazen dat Titus werd opgedragen om op Kreta stadsgewijs senioren aan te stellen, waarvan Paulus tweemaal zeven vereisten opsomt. Een senior is een oudere en dat verwijst naar ervaring. De functie die hij moet waarnemen is die van opziener of opzichter, wat een letterlijke weergave is van het Griekse woord ‘epi-skopos’. Als werkwoord wordt het ook vaak vertaald als ‘omzien naar’ (Luc.1:68,78). God ziet naar Zijn volk om, waarmee ook gezegd is dat Hij Zich over hen ontfermt.
In Hand.20:28 zegt Paulus tegen de senioren van Efeze dat ze als opzieners zouden herderen over de ekklesia van God. Zoals een herder omziet naar de kudde, zo ziet de opziener om naar de ekklesia van God. Het verklaart ook Paulus’ terminologie: “de opziener”, enkelvoud en we zien daarin het principe van “één kudde, één herder” (Joh.10:16; Ezech.37:24). “De opziener” is die ene die toeziet op één plaats op “de gezonde leer”. Niet minder maar vooral ook niet meer. De Bijbel kent geen synode, kerkenraad of broederraad die vergadert en dan bij meerderheid van stemmen knopen doorhakt. De Bijbel is simpel en zet het hele kerkelijke systeem schaakmat met de pion van “de opziener”.