Romeinen 13:4 – de overheid, Gods bediende
23-11-2017 - Geplaatst door Andre PietWant zij is een bediende van God, voor jou ten goede. In het geval echter dat je kwaad zal doen, vrees!
Paulus schrijft hier over de rol van de overheid. Hij betoogt dat ze door God is gesteld en zijn bediende is. Dat betekent ook dat de overheid verantwoording schuldig is aan Hem. Het idee dat ze zich zou moeten verantwoorden naar haar onderdanen is onbekend in de Schrift.
Toen Paulus deze brief schreef aan de gelovigen te Rome, was daar de beruchte keizer Nero aan het bewind. Men zou kunnen redeneren, dat men aan zo’n brute regering geen onderschikking is verschuldigd. Maar Paulus staat daar heel anders in. Van onderdanen wordt slechts één ding gevraagd, nl. onderdanigheid. “Kwaad doen” betekent in deze context dan ook: zich niet onderschikken. In dat geval heb je voor de overheid te vrezen. Wat de overheid verder doet en wie daar deel van uitmaken, is niet onze zaak.
Gelovigen zijn niet geroepen tot revolutie of tot het omverwerpen van regeringen. De superieuren boven ons erkennen we als Gods bedienden en we mogen bidden en danken voor hen. Dat is het. “Een stil en rustig leven… in alle eerbied en eerbaarheid” (1Tim2:2).