GoedBericht.nl logo
English Blog

Romeinen 11:34 – de mens op z’n plek gezet

25-10-2021 - Geplaatst door Andre Piet

Want wie kende het denken van de Heer? Of wie werd zijn adviseur?

De woorden die Paulus hier optekent, refereren duidelijk aan Jesaja 40:13. Zowel Jesaja als Paulus stellen deze retorische vragen, om de absolute vrijmacht en souvereiniteit van GOD te onderstrepen. Welk mensenkind heeft ook maar een flauw benul van de inhoud van de oceanen of de omvang van de hemelen (Jes.40:12)? De vragen over het hoe en wat van de schepping worden, naarmate het onderzoek vordert, altijd alleen maar meer. Terwijl de kennis groeit, wordt ook het mysterie groter.

Het is tegen die achtergrond dat de vraag klinkt: “wie kende het denken van de Heer?” Als het intelligent ontwerp van elke creatie afzonderlijk, al zo ver boven ieders begrip uitgaat, hoe groot moet de Schepper dan zelf niet zijn? Hoe zouden we ook maar een fractie kunnen verstaan van zijn immense denkzin?

Eenmaal bewust van de volstrekte nietigheid van het menselijk denk- en kenvermogen, wordt de volgende vraag bijna komisch: “wie werd zijn adviseur?” Als we zo goed als niets begrijpen van de schepping, wie zou zich dan durven opwerpen als raadsman van de Heer? Alsof we het beter zouden weten dan Hij! Dat is niet slechts hoogmoedig, het is ronduit belachelijk!

 

Delen: