Kolosse 1:2 – in Christus & in Kolosse

Paulus, apostel van Christus Jezus door Gods wil, en Timotheüs de broeder, 2 aan de heilige en gelovige broeders in Christus in Kolosse: genade zij jullie en vrede van God, onze Vader.

De Kolosse-brief is ondertekend door Paulus die in het bijzijn van “Timotheüs de broeder” was. Ook uit de brief aan Filémon (die trouwens ook in Kolosse woonde; vergl. Kol.4:9 en Film.1:10, 23), weten we dat Timotheüs Paulus’ metgezel was tijdens diens gevangenschap in Rome (Film.1:1; Kol.4:3,18). Heeft Paulus misschien de brief aan Timotheüs gedicteerd, zoals hij vaker een secretaris had (Rom.16:22)?

De brief is geadresseerd aan “de heilige en gelovige broeders in Christus in Kolosse”. De broeders, waarbij uiteraard ook de zusters zijn inbegrepen, waren heilig (=apart gezet), want gelovig. Hun positie wordt geestelijk getypeerd als “in Christus”, en dus Boven, want in Hem is ons leven verborgen (Kol.3:1-3). Maar geografisch bevonden zij zich “in Kolosse”, een stadje in Asia, in het huidige zuidwesten van Turkije. Via Epafras waren zij bekend geworden met het Evangelie (Kol.1,6,7).

De brief vangt aan met de gebruikelijke Griekse groet van genade (charis) en de Hebreeuwse groet van vrede (sjaloom). Inderdaad, genade staat voorop en vrede volgt daaruit. Van wie anders afkomstig dan van de ene God, de Vader?!

Delen: