Kolosse 1:17 – Hij is vóór alles

… en Hij is vóór alles…

Wanneer Paulus hier verklaart dat de Zoon “vóór alles” is, dan is dat in dit betoog niet zozeer een nieuw gegeven als wel de logische conclusie uit het voorgaande. Vanzelfsprekend houdt het in dat de Zoon absolute voorrang geniet bij elk creatuur. Maar “vóór alles” is primair een tijdsbepaling. Want wanneer alles door de Zoon tot stand is gekomen dan volgt daaruit dat Hij vóór alles was. Het spreekt dus van zijn voorbestaan.

Christus’ voorbestaan (=pre-existentie) is zeer zeker een Bijbels gegeven, al betekent het niet wat men er doorgaans onder verstaat. Zijn voorbestaan houdt niet in dat Hij voor zijn geboorte reeds Jezus was. Of Christus. Of Zoon. Want dat zijn elk benamingen of titels die verband houden met zijn geboorte alsook met zijn opstanding uit de doden. Want sindsdien (en op grond daarvan!) is Hij de Zoon (Luc.1:35; Hand.13:33), Jezus (Mat.1:21) en Christus (Luc.2:11; Hand.2:36).

Het is Gods woord dat van den beginne is en waardoor alle dingen zijn geworden (Joh.1:1-3). Dit woord is vlees geworden en kennen we nu als Gods Zoon (Joh.1:14). Daarom getuigde Johannes de Doper: “die ná mij komt, is vóór mij geweest” (Joh.1:15). “Zijn naam wordt genoemd: het Woord van God” (Openb.19:13).

Delen: