Kolosse 1:13 – verplaatst in het koningschap van de Zoon

Hij redt ons vanuit de volmacht van de duisternis en verplaatst ons in het koningschap van de Zoon van zijn liefde…

Zowel het ‘uitredden’ als ‘verplaatsen’ in bovenstaande zin staan in de zogenaamde ‘aorist’ – slechts het feit wordt gesteld, zonder informatie over de tijd van handeling. In fysieke zin bevinden we ons tot op dit moment nog in het domein van de duisternis, ook al zijn we “kinderen van het licht” (Ef.5:8). En hoewel ook de Zoon nu reeds is “gekroond met eer en heerlijkheid” (Hebr.2:9), begint zijn daadwerkelijke heerschappij pas bij zijn toekomstige verschijning (2Tim.4:1; Ps.2:8).

Het woord voor ‘koninkrijk’ is in het Grieks (= basileia), hetzelfde als het woord voor ‘koningschap’. Basileia omvat beide betekenissen en duidt op wat een koning toebehoort. Het kan daarom zowel verwijzen naar het gebied waarover hij heerst (koninkrijk; Mat.4:8) alsook naar zijn functie en positie (Openb.17:17). Dat laatste zal hier de gedachte zijn: Christus is immers het Hoofd van het lichaam, de ekklesia (1:18) aan wie het “lotbezit van de heiligen” is toebedeeld (Kol.1:12) . De ekklesia deelt in de positie van Christus’ koningschap en zal straks, samen met Hem hemel en aarde als lotbezit ontvangen (Ef.1:21-23). Christus is niet onze Koning, maar ons Hoofd. En samen met Hem, Hoofd en lichaam, delen we in zijn koningschap.

Delen: