Kolosse 1:12 – het lotbezit van de heiligen

… de Vader dankende die jullie bekwaam maakt voor het aandeel van het lotbezit van de heiligen in het licht.

De Vader maakt bekwaam. Paulus gebruikt hier een werkwoordsvorm (aorist) dat geen informatie verstrekt over het tijdstip. Slechts het simpele feit wordt vastgesteld. Maar wat een reden om dankbaar te zijn! Zonder een beroep te doen op onze inzet of capaciteiten meldt Paulus dankbaar dat God zelf garant staat voor ons “aandeel van het lotbezit van de heiligen in het licht”.

We zagen al dat het woord ‘lotbezit’ verwijst naar het bezit dat aan “de heiligen” toevalt. “De heiligen”, dat zijn degenen die van Godswege apart zijn gezet. Gelovigen dus (1:2,4,22,26). Met het lotbezit (‘erfenis’) doelt Paulus op wat we straks met een verlost lichaam in ontvangst zullen nemen (Rom.8:23). Het onderpand van dat lotbezit, namelijk de verzegeling met de heilige geest is nu reeds ons deel (Ef.1:14). Het lotbezit zelf is universeel en omvat de hemelen en de aarde die tot in de volheid der tijden onder Christus als Hoofd zal worden samengevat (Ef.1:10). Het geweldige is echter dat Hij als Hoofd dit lotbezit samen met zijn Lichaam, de ekklesia zal delen (Ef.1:11,18). Zo ongekend hoog is “het aandeel” waarvan hier sprake is! Slechts Eén kan ons voor die taak bekwaam maken.

Delen: