1Korinthe 3:12 – hout, hooi en stro
10-12-2018 - Geplaatst door Andre PietIndien nu iemand op het fundament bouwt met goud, zilver, kostbare stenen, houten delen, hooi, stro…
Goud, zilver en kostbaar gesteente zijn absoluut ‘fireproof’. Hout, hooi en stro zijn juist het tegendeel. Paulus legt niet uit wat hij specifiek bedoelt met deze materialen, maar de rest van de Schrift zet ons wel op het spoor.
Hout staat in het origineel in het meervoud en dus hebben we te denken aan houten delen of constructies. In het verband van 1Korinthe 3 doet dit direct denken aan “de redeneringen van wijzen” waarvan de Heer zegt dat ze ijdel zijn (3:20). Mensen bedenken knappe constructies en bolwerken van filosofie, maar… het is hout. Vergankelijk en ijdel als de mens zelf.
In de slavernij van Egypte moesten de Israëlieten tichelstenen bakken. Als lastenverzwaring moest men ook nog eens de stro als bijbehorend ingrediënt daarvoor verzamelen. Tichel staat voor wat de mens zelf bakt. Het eerst lezen we daarover bij de torenbouw van Babel. Israël zou geen altaar van tichel maken (Jes.65:3). Want de mens kan GOD nooit naderen met zijn eigen werk. Hooi en stro zijn een uitbeelding van getob, frustratie en slavernij zonder ooit de hemel naderbij te brengen. Ongeschikt daarom als bouwmateriaal van de ekklesia.