1Korinthe 14:32,33 – wanorde of vrede?
29-11-2019 - Geplaatst door Andre PietEn geesten van profeten worden ondergeschikt aan profeten, want God is niet van wanorde maar van vrede.
Een profeet in de ekklesia zou zwijgen wanneer een ander die aanwezig was, een openbaring ten deel viel (:30). Niet door elkaar spreken in elk geval. Dat is logisch, maar het vereist zelfbeheersing. In de extatische godsdienst waaruit de Korinthiërs afkomstig waren (12:1,2) kende men dat nauwelijks. Men werd opgezweept en voortgedreven als een kurk op de golven.
Voor profeten in de Schrift geldt de regel: hun geesten zijn ondergeschikt aan henzelf. Ze rollen niet over de grond, ze schreeuwen niet en ze stoten evenmin dierenklanken uit zoals zogenaamde ‘charismatische’ profeten dat tegenwoordig graag tonen. Men pretendeert dat zulke uitingen een bewijs zouden zijn van ‘zalving door de Geest’. In werkelijkheid bewijst zulke uitzinnigheid juist het tegendeel en eerder beïnvloeding van geesten.
Demonen bezetten (bezetenheid!) een mens zodat deze de controle over zichzelf verliest. Karakteristiek daarentegen voor “de vrucht van de Geest” is zelfbeheersing (Gal.5:22). Zonder die beheersing ontstaat wanorde. Dan wacht men niet meer op elkaar wat weer leidt tot conflict. Maar God is altijd een GOD van orde: Hij zet alles op z’n plaats. Right time, right place! En dat besef geeft vrede!