1Korinthe 14:3-5 – sensatie of opbouw?
31-10-2019 - Geplaatst door Andre PietMaar wie profeteert spreekt tegen mensen tot opbouw, bemoediging en troost. Wie in een taal spreekt, bouwt zichzelf op, maar wie profeteert bouwt de ekklesia. Ik wil nu dat jullie allen spreken in talen maar liever dat jullie zouden profeteren. Want wie profeteert is groter dan die in talen spreekt, tenzij dan dat hij het zou vertalen opdat de ekklesia opbouw zou ontvangen.
De reden dat profeteren veruit de voorkeur verdient boven het spreken in talen, is gelegen in haar opbouwend vermogen. Wie in een vreemde taal spreekt die door niemand wordt begrepen, bouwt louter zichzelf op. Althans, in het beste geval. Want als de spreker de betekenis van zijn eigen woorden niet kent en deze ook niet door een ander worden vertaald (:13), dan wordt er niemand door opgebouwd! Spreken in talen is uiteraard alleen dan nuttig, wanneer het ook door de toehoorders wordt verstaan. Eventueel door vertaling.
Profetie is een rechtstreeks woord van GOD. In de dagen van de Korinthiërs bestond dat nog omdat GODS woord nog niet gecompleteerd was (Kol.1:25). Wie profeteerde sprak in zijn eigen taal opbouwend, bemoedigend en vertroostend. Spreken in vreemde talen klonk ongetwijfeld sensationeler, maar wat enkel telt is de opbouw van de ekklesia.