1Korinthe 10:28,29 – vrijheid en (ge)weten
30-07-2019 - Geplaatst door Andre PietMaar indien iemand tot jullie zegt: dit is een gewijd offer, eet het dan niet vanwege degene die dat aangeeft en het geweten. Ik zeg nu niet het eigen geweten maar dat van de ander. Want waarom zou mijn vrijheid worden geoordeeld door het geweten van een ander?
Het uitgangspunt in Paulus’ betoog is dat je alles onbekommerd kunt eten. Deze vrijheid is gebaseerd op de wetenschap dat de aarde en alles wat daarin is, aan de Heer toebehoort en aan niemand anders. En ook van deze waarheid geldt: ze maakt vrij!
Er is echter één ‘maar’. En dat is wanneer mijn tafelgenoten een heel andere beleving hebben. Als in alle ernst tegen mij wordt gezegd over het eten: “dit is een gewijd offer” krijgt de maaltijd ineens het karakter van een offermaaltijd. Weliswaar niet voor mijzelf maar wel voor mijn tafelgenoten. In dat geval zegt Paulus: “eet het dan niet”. Want het laatste wat je wilt is de indruk bij hen wekken deel te nemen aan een (afgodische) offermaaltijd.
Natuurlijk maakt het gebrekkig (ge)weten van de ander mijn vrijheid niet minder. Maar vrijheid betekent ook: jezelf kunnen wegcijferen wanneer het belang van de ander daarmee is gediend.