rekende Paulus nog op Israëls bekering?
03-07-2008 - Geplaatst door Andre PietZondag j.l. besprak ik in een spreekbeurt de parallellen tussen Paulus’ zeereis (Handelingen 27) en de grote verhaallijn van het boek Handelingen. Ik betoogde dat het schip een uitbeelding is van de natie Israël dat, doof voor Paulus’ waarschuwing, ten slotte ten onderging in de volkenzee.
Het is de moeite waard om nog eens in te zoomen op Paulus’ rol aan boord van het graanschip. Strikt genomen deed Paulus geen oproep aan de stuurman en de schipper om te blijven in Goede Havens. Daar overwinteren was trouwens ook geen reële optie, zo lezen we in 27:12. Wat Paulus deed was waarschuwen voor wat er zou gebeuren als de stuurman en de schipper zouden kiezen voor het voortzetten van de zeereis (27:10). Later verandert deze waarschuwing in een directe voorzegging van het drama (27:22). Deze verschillende fasen zijn heel illustratief als we nadenken over de opeenvolgende fasen in het boek Handelingen.
De deur ging open voor Israël toen “de twaalf” in Jeruzalem predikten dat de Messias in hun dagen zou terugkeren, d.w.z. als Israël zou geloven (Hand.3:19-21).
De deur ging dicht toen Israëls ongeloof onmiskenbaar werd (>steniging Stephanus door het Sanhedrin) en Saulus/Paulus op het toneel verscheen. De boodschap voor Israël veranderde van een uitnodiging in een alarmwaarschuwing. Toen ook deze waarschuwing in de wind werd geslagen, was er geen weg meer terug. Vanaf Handelingen 28 is het drama onafwendbaar. Toen viel de deur in het slot. Israël kon zich niet meer bekeren (Hand.28:26,27). Binnen tien jaar zou de tempel in vlammen opgaan, Jeruzalem met de grond worden gelijk gemaakt en er zou een ‘definitief’ einde komen aan Israëls nationale bestaan.
Het eigenlijke keerpunt in ‘Handelingen’ wordt gemarkeerd in het aantreden van de apostel Paulus. Zijn bediening als apostel van de natiën is vanaf de aanvang gebaseerd op Israëls ongeloof (zie Rom.11:11-15). Nergens in ‘Handelingen’ of de brieven lezen we, dat Paulus nog rekende op Israëls bekering, óók al was de termijn waarbinnen dit mogelijk was, nog niet verstreken. Handelingen 28 is weliswaar de deadline van Israëls bekering, maar al veel eerder weet Paulus dat hij door zijn bediening niet de natie maar slechts “enigen uit hen zou behouden” (Rom.11:14).
Goede Havens verlaten zou noodlottig zijn, waarschuwde Paulus. Tegerlijkertijd wist hij, dat gezien de situatie, men niet voor Goede Havens zou kiezen. Ziedaar in een notedop de toestand van Israël (vlak) vóór Hand.28.