19. Paulus verlangde toch het lichaam te verlaten en in te trekken bij de Here?
…maar wij zijn vol goede moed en wij begeren te meer ons verblijf in het lichaam te verlaten en bij de Here onze intrek te nemen.
2Korinthe 5:8 NBG51
Met “het lichaam” bedoelt Paulus dít lichaam, de aardse tent waarin we thans wonen. Twee verzen eerder immers lezen we:
Daarom zijn wij te allen tijde vol goede moed, ook al weten wij, dat wij, zolang wij in het lichaam ons verblijf hebben, ver van de Here in den vreemde zijn
2Korinthe 5:6 NBG51
In dit gedeelte is sprake van twee woningen: (1) ”de aardse tent waarin we wonen” en (2) een “eeuwig huis” (5:1), dat is het nieuwe lichaam. Paulus verlangde ernaar om “met onze woonstede vanuit de hemel overkleed te worden” (5:2). Paulus wil “overkleed worden, opdat het sterfelijke door het leven zou worden verzwolgen” (5:4). Let op: “het sterfelijke” en niet ‘het gestorvene’. Paulus verlangt er naar om veranderd te worden van sterfelijk naar onsterfelijk, zonder te hoeven sterven.
In het geval van dood-gaan zou hij “naakt bevonden worden” (5:3-5) d.w.z. zonder bekleding (=lichaam) zijn. Paulus verlangde hoe dan ook zijn intrek bij de Heer te nemen en in zijn “eeuwig huis” (=in zijn nieuwe lichaam) te gaan wonen.