in het laatste der dagen?
18-07-2017 - Geplaatst door Andre PietIn de Hebreeuwse Bijbel, oftewel ‘het Oude Testament’ komt 14x de uitdrukking ‘b’acharit hajamim’ voor. Het Hebreeuwse woord ‘acharit’ (>achar) betekent ‘achter’ of ‘na’. Vandaar ook ‘later’. Een Hebreeër beleeft de toekomst als een roeier die met zijn rug naar de toekomst, achterwaarts vaart. Hoe vreemd het voor ons ook klinkt: de toekomst ligt achter hem. D.w.z. wat nog komt, dat onttrekt zich aan zijn oog. De uitdrukking ‘b’acharit hajamim’ betekent niet ‘in het laatste der dagen’ maar ‘in de latere dagen’. Of ‘in de toekomende dagen’. De Concordant Version geeft de frase terecht weer met: “in the latter days” of “in the days hereafter”
In de onderstaande tabel alle 14 voorkomens van ‘b’acharit hajamim’ plus de wijze waarop dit is vertaald in de NBG51 en de Staten Vertaling.
Ook de Staten Vertaling die in deze veel uniformer vertaalt dan de NBG51, wijkt soms af van ‘laatste’. En terecht. In Genesis 49:1 waar Jakob op zijn sterfbed profeteert over zijn zonen, spreekt hij niet slechts over de laatste dagen maar over navolgende of toekomende dagen. Zo ook de droom die Nebukadnezar had gezien (Dan.2). Deze had betrekking op wat zou plaatsvinden in “in toekomende dagen”. Te beginnen bij hemzelf (“u bent dat gouden hoofd”) en tenslotte resulterend in het definitieve Koninkrijk dat de God des hemels zou oprichten. Het is opmerkelijk dat in alle 14 Schriftplaatsten een link is naar de dagen van de Messias. Let op het bepaalde lidwoord voor dagen: hajamim. Geen willekeurige latere dagen, maar de latere dagen.
Door ‘b’acharit hajamim’ weer te geven met “in het laatste der dagen” suggereren de vertalers dat het betrekking zou hebben op de afsluiting van een tijdperk. Nu is de uitdrukking breed genoeg om dat ook in te sluiten, maar het valt er beslist niet mee samen. ‘B’acharit hajamim’ is niet hetzelfde als wanneer Jezus spreekt van “het einde van de aeon” (Mat.24). In dat geval gaat het inderdaad onmiskenbaar over de afsluiting van het huidige wereldtijdperk, voorafgaand aan “de toekomende aeon”.
De bovenstaande technische uiteenzetting lijkt wellicht wat academisch. Maar ze is van belang omdat sommige uitleggers uit de vertaling ‘in het laatste der dagen’ verstrekkende conclusies hebben getrokken. Wanneer Jesaja 2 en Micha 4 voorzeggen dat Jeruzalem het centrum zal zijn van de volkerenwereld en alle natiën zullen delen in de zegen van Israël, dan plaatst men dat niet in “de toekomende aeon” maar in de huidige aeon. Want, zo redeneert men, het zal plaatsvinden in “het laatste der dagen”. Dus in de laatste periode van deze aeon. Dus ook voorafgaand aan de wederkomst van Christus. Men spreekt dan van een pre-Messiaanse tijd in deze aeon. In deze visie breekt “de toekomende aeon” voorlopig nog niet aan. Want eerst moet er nog een wereldwijd periode van vrede en heil aanbreken…
In deze visie heeft men van de huidige aeon dus nog hoge verwachtingen. De consequenties van deze leer en het gevaar ervan, zijn nu niet mijn onderwerp. In deze blog gaat het me alleen om de uitdrukking waaraan men deze verstrekkende leer ophangt. Het blijkt een onnauwkeurig vertaling te zijn! Het uitgangspunt deugt niet. ‘B’acharit hajamim’ zijn niet perse de laatste dagen. Nog los van de vraag: de laatste dagen waarvan dan? Zoals zo vaak, bouwt men door zo te redeneren een omgekeerde piramide: een groot bouwwerk van ideeën op een ondeugdelijke, smalle basis.