hoe bepalend is afstamming?
01-02-2024 - Geplaatst door Andre PietIn een recente blog betoogde ik dat hoewel in de Schrift de begrippen Filistijn en Palestijn identiek zijn, daaruit niet mag worden geconcludeerd, dat de huidige Palestijnen de biologische nakomelingen zijn van de Filistijnen van weleer. De Palestijnen zijn de erfgenamen (zonen) van de Filistijnen omdat zijn hun gebied (de Gaza-strook) en trouwens ook hun naam hebben geërfd.
volken en hun gebied
Dit principe van het identificeren van een volk is van belang voor het verstaan de profetie. Waar de Schrift een volk benoemt dan verwijst dit gewoonlijk naar de inwoners van een gebied. De Ammonieten in de profetie zijn niet (per se) de biologische nakomelingen van Ammon, maar eerst en vooral de inwoners van het gebied dat de Bijbel aan Ammon toewijst. Opmerkelijk genoeg dragen zij ook nog steeds dezelfde naam: Amman (hoofdstad van Jordanië). Zo zijn de Edomieten in de profetie ook niet noodzakelijk lijfelijke nakomelingen van Edom/Ezau, maar de inwoners van het gebied van Edom. Het gebied waar onder andere momenteel de ultra-moderne stad Neom wordt gebouwd.
waar afstamming wél bepalend is
De bottomline van deze opmerkingen is dat een volk niet altijd genetisch wordt gedefiniëerd. En toch… in verband met Israël is afstamming wel weer cruciaal. Niet voor niets wordt gesproken van “de stammen van Israël”. Want door de talloze generaties heen loopt een geslachtslijn die voert naar de aartsvaders (Hand.26:6,7). En ook al is het volk verstrooid onder alle natiën, men heeft gedurende duizenden jaren hun identiteit behouden. En zelfs al wilden Joden zelf van hun afkomst en identiteit niets meer weten, dan wisten hun vijanden hen altijd nog wel te vinden…
via de vader of de moeder?
De kwestie van de Joodse identiteit is een wonderlijk fenomeen. Afstamming speelt daarin een grote rol maar het hoe daarvan is nogal ingewikkeld. Want wie is een (ethnische) Jood? Sinds jaar en dag geldt binnen het Jodendom de Talmoedische regel dat het hebben van een Joodse moeder beslissend is. Die regel is echter niet zozeer Bijbels als wel pragmatisch van aard. Want wie de moeder is, is meestal wel duidelijk. Het is over de identiteit van de vader waarover regelmatig twijfels worden opgeworpen. In de context van de diaspora is de Talmoedische regel veel praktischer. Dat neemt echter niet weg dat in Bijbelse geslachtsregisters de mannelijke lijn altijd bepalend is. Zoals bij ons van oudsher de familienaam ook via de vader wordt vererfd. Volgens de Talmoedische regels zou koning David die meerdere heidense vrouwen in zijn voorgeslacht had (zoals Rachab en Ruth; zie Matteüs 1) niet eens als Joods worden aangemerkt…!
Jodengenoten
Hoe dat ook zij, het is via de vader dan wel de moeder dat de Joodse geslachtslijn in stand wordt gehouden. Slechts in uitzonderlijke gevallen wordt afgeweken van deze eis van afkomst en kan iemand om louter religieuze redenen de Joodse identiteit aannemen. Een ‘goj’ (niet-Jood) kan Joods worden door de Joodse religie te adopteren. Ook in het NT is soms sprake van zulke zogenaamde ‘Jodengenoten’ (proselieten; Hand.2:10; 13:43). Over het algemeen is het Jodendom daarin uiterst terughoudend en de obstakels die men aanbrengt om tot het Jodendom toe te kunnen treden zijn in de praktijk slechts voor een enkeling te overwinnen. Principieel is het Joodse volk niet uit op dit soort toetredingen omdat het de lijn van afstamming van de aartsvaders vertroebelt. Slechts door deze gereserveerde houding kon de Joodse identiteit in de duizenden jaren van verstrooiing onder de natiën worden gewaarborgd.
Chazaren?
Alleen al om deze reden kan de in sommige kringen populaire Chazaren-theorie naar het rijk der fabelen worden verwezen. Die theorie houdt in dat de Askenazische Joden nep-Joden zijn omdat ze zouden afstammen van de Chazaren, een destijds nomadisch volk in de Kaukasus. De bewering luidt dat dit volk massaal zou zijn overgegaan tot het Jodendom en zó de voorouders werden van de Oost-Europese Joden. Maar het is een puur antisemitisch verzinsel om zich ideologisch te ontdoen van het Europese Jodendom (veelzeggend weggezet als ‘Chazaarse maffia’).
God heeft zijn belofte verbonden aan het nakroost (lett. zaad) van Jakob. Hij zou hun identiteit onder de natiën bewaren en Hij zal hen (straks op Zijn tijd) terugbrengen naar het land.
Gij dan, vrees niet, mijn knecht Jakob, luidt het woord van JAHWEH, en wees niet verschrikt, Israel, want zie, Ik verlos u uit verre streken, uw nakroost uit het land hunner gevangenschap; Jakob zal terugkeren en rustig en veilig zijn, door niemand opgeschrikt.
-Jeremia 30:10-