GoedBericht.nl logo
English Blog

geen koning zoals alle volken (1)

02-06-2025 - Geplaatst door Andre Piet

Politiek is alomtegenwoordig. Verkiezingen, debatten, beloftes en, vaak kort daarop, de ontnuchtering. Machtsspelletjes, populariteit en rivaliteit bepalen wie regeert. Maar wat zegt de Schrift over deze dingen? In Deuteronomium 17 lezen we het unieke en baanbrekende model dat God aan Israël gaf. Het is geen wet voor het volk, maar een grondwet waaraan de koning onderworpen zou zijn.

Israël zonder koning

Het volk Israël had aanvankelijk helemaal geen koning. Toen Mozes deze woorden sprak, stond het volk op het punt het beloofde land binnen te trekken. Er zou een periode volgen van eeuwen zonder koning, de tijd van de richteren. Israël kende toen rechters: onafhankelijke, rechtsprekende individuen die werden opgeroepen bij conflicten. Wanneer het volk luisterde naar hun God, was er rust en vrede.

waarom dan toch een koning?

God voorzag echter dat Israël op enig moment zou zeggen: “Ik wil een koning over mij aanstellen, zoals alle volken rondom mij hebben” (Deut. 17:14). Dit motief – gelijkenis met de volkeren – bleek later, in 1 Samuël 8, de drijfveer te zijn: men wilde militaire zekerheid en controle. God waarschuwde Samuel: hiermee wijzen ze niet jou af, maar Mij (1 Sam. 8:7). Het volk wilde niet afhankelijk zijn van God, maar een tastbare zekerheid. Een leger. En een koning die hun oorlogen zou voeren.

maar dan wél een andere koning

Maar als Israël dan toch een koning zou aanstellen, stelde God op voorhand duidelijke voorwaarden. Het zou geen koning zijn zoals de volken die kende. Geen vreemde heerser die zich verheft, maar een broeder. Gekozen door God, niet door het volk (vers 15). Dus geen verkiezingen, geen rivaliteit. God zou kiezen – via een profeet of het lot. Want Hij is hun God en Koning (1Sam.8:7).

drie duidelijke restricties

Israëls koning diende aan drie essentiële voorwaarden te voldoen – drie verboden, die radicaal afweken van gangbare koningsmodellen:

  1. Geen veelheid aan paarden (vers 16)
    Paarden stonden in de oudheid symbool voor militaire macht (vergl. Ps.33:16,17). Vooral Egypte was hierin toonaangevend. Maar Israël mocht niet vertrouwen op legermacht of strijdwagens. Geen terugkeer naar Egypte, het land van slavernij. De les? JAHWEH zou hun krijgsheld zijn (Ex.15:3), niet een leger. De redding zou van Hem komen, zoals zo vaak bewezen in de richterentijd. Geloof, geen militaire macht, was het fundament.

  2. Geen veelheid aan vrouwen (vers 17a)
    Dit is geen moralistisch gebod, maar een politiek verbod. Want “vele vrouwen” betekende onvermijdelijk: diplomatieke verbonden (1Kon.11:1-3). Huwelijken met dochters van andere koningen. Daarmee kwamen ook hun afgoden en denkbeelden Israël binnen. Salomo is hiervan het schoolvoorbeeld. Zijn vrouwen, veelal van buitenlandse afkomst, deden zijn hart afwijken van JAHWEH. De koning zou onafhankelijk blijven van andere mogendheden.

  3. Geen overvloed aan zilver en goud (vers 17b)
    Ook hier is het doel duidelijk: geen financiële supermacht, geen staatskas waaruit alles gefinancierd wordt. Geen dure projecten of een leger. Het geld van het volk hoorde bij het volk. De koning had geen schatkist nodig – hij vertrouwde op JAHWEH. Dit contrasteert pijnlijk met de hedendaagse situatie, waarin de staat steenrijk is en de burgers dwingt een steeds groter deel van hun inkomen af te staan.

de ware koning: nederig en lerend

De koning van Israël had een opmerkelijke opdracht: wanneer hij op zijn troon gezeten was, moest hij eigenhandig een kopie van de wet maken en deze voortdurend bij zich dragen (vers 18-19). Niet een secretaris of klerk, maar hijzelf moest de woorden schrijven, lezen en koesteren. Lezen – letterlijk: hardop roepen – zodat hij het hoorde, proefde, sprak. Deze onderwijzing zou zijn gids zijn, zodat zijn hart zich niet zou verheffen boven zijn broeders.

Wat een contrast! Geen verheven heerser, maar een nederige broeder. Geen belastingheffer, maar een dienaar. Geen krijgsheer, maar een lezer van de Schrift. Geen diplomaat, maar een leerling van Gods Woord.

zie, uw koning komt!

Het profetische hoogtepunt van dit alles vinden we in Zacharia 9:9

“Zie, uw koning komt tot u, rechtvaardig, en hij is zegevierend, nederig en rijdende op een ezel…”

Geen paard, geen strijdwagen, geen zwaard. Maar een ezel, het vervoersmiddel van een nederige koning. Een beeld dat we kennen van Jezus die op een ezel Jeruzalem binnenreed (Matt. 21:5). Hij is de ware vervulling van Deuteronomium 17. Een koning, uit het volk, gekozen door God, zonder leger, zonder vrouwen, zonder goud.

En let op wat er volgt in Zacharia 9:10:

“Ik zal de strijdwagen uit Efraïm wegdoen, en het paard uit Jeruzalem; de strijdboog zal verbroken worden. Hij zal vrede verkondigen aan de volken.”

Hij is de koning zijn die de oorlog zal afschaffen en vrede brengen – tot aan de einde der aarde. Israëls koningswet krijgt een definitieve vervulling in de aeon die aanstaande is!


Dit artikel is een bewerking van deze toespraak.

Delen: