de zonde tegen de heilige Geest?
08-04-2013 - Geplaatst door Andre PietOver ‘de zonde tegen de Heilige Geest’ bestaat veel verwarring. Daar zou geen vergeving voor bestaan in eeuwigheid, is het algemene idee. Men refereert daarbij aan Matteus 12:31,32 (en parallel daarmee: Marcus 3:28-30 en Lucas 12:10). Er zijn heel wat christenen die vrezen deze zonde te hebben begaan en zichzelf daarmee beschouwen als een hopeloos geval. Dat is buitengewoon tragisch.
Hoe zit dat? Waarover gaat het in deze Schriftgedeelten? Een paar punten op een rijtje.
de context
Jezus had een bezetene bevrijd en genezen van blindheid en stomheid (12:22). Terwijl de scharen buiten zichzelf waren van verbazing, zeiden de Farizeeën: deze drijft demonen uit door Beëlzebul, de overste van de demonen (12:24). In reactie maakt Jezus duidelijk dat dit een absurde beschuldiging is want dan zou de tegenstander de tegenstander uitdrijven en dus in zichzelf verdeeld zijn (12:25,26). Wat de Farizeeën uitspraken, was niet slechts een lastering van de Zoon des Mensen, daarop kan men terugkomen. Maar men lasterde de Geest Gods door wie Jezus dit wonder verrichtte (12:28). Let wel: men wist dus dat Geest Gods aan het werk was, anders zou men deze Geest niet kunnen lasteren. Het is dus ook maar niet “de zonde tegen de heilige Geest’, zoals men dit gewoonlijk noemt, maar “de lastering van de Geest” (12:31). Weten dat de Geest Gods een wonder verricht maar dit toeschrijven aan satan. Geen wonderteken zou de Farizeeën nog kunnen overtuigen en het is vandaar dat Jezus zegt dat deze lastering niet vergeven zal worden, “noch in deze aeon, noch in de toekomende”. Deze mensen zouden zich niet bekeren en vandaar ook geen vergeving voor hen.
hopeloos?
Zijn deze Farizeeën daarmee hopeloos verloren? Nee, ze zijn verloren voor “deze aeon en de toekomende”. Dat is wat Jezus zei. Niet minder maar ook niet meer. Doe daar niets van af maar voeg daar ook niets aan toe. De toekomende aeon is beslist niet de laatste aeon. Paulus spreekt van “de komende aeonEN” (Efeze 2:7). En de Schrift zegt dat Christus zal heersen “tot in de aeonen der aeonen” (Openb.11:15), helaas en volkomen ten onrechte vertaald met “tot in alle eeuwigheden”. Want één ding is zeker: Christus heerst niet eindeloos. Zijn laatste daad van heerschappij is de dood teniet te doen door de rest van alle mensen levend te maken (1Kor.15:22-28). Ook de knieën van deze onbekeerlijke Farizeeën zullen dan buigen en zij zullen Jezus erkennen als Heer. Tot eer van God de Vader (Fil.2:9-11). Trouwens, dat kan ook niemand zeggen dan alleen door de Geest Gods (1Kor.12:3).
onvergeeflijk
Het is misleiding ten top wat de vertalers hebben gedaan in Marcus 3:29:
… maar wie gelasterd heeft tegen de Heilige Geest, heeft geen vergeving in eeuwigheid, maar staat schuldig aan eeuwige zonde.
Om in de terminologie te blijven: dit is een onvergeeflijke fout! Dit is geen vertalen maar kwalijke theologie bedrijven. Er is hier geen sprake van “eeuwigheid” maar van “aeon”, hetzelfde woord als in Mat.12:32. En het is ook geen ‘eeuwige’ maar een eeuw-ige zonde, d.w.z. een zonde die verband houdt met deze en de toekomende eeuw. Dat maakt het verhaal compleet anders!
conclusie
Niemand hoeft zich zorgen te maken “de lastering van de Geest” te hebben begaan, want zulke ongerustheid bewijst juist dat men niet zo’n lasteraar is. In de tweede plaats leven wij niet in de tijd dat de Geest Gods zich manifesteert zoals toen Jezus dit wonderteken verrichtte, zodat men zulke werkzaamheden ook niet kan lasteren. En het allerbelangrijkste: ook degenen aan wie de toekomende aeon voorbij gaat, zijn niet hopeloos verloren.
Want de levende God is de Redder van alle mensen, dus ook van hen!