GoedBericht.nl logo
English Blog

de wet als leefregel van dankbaarheid?

16-12-2014 - Geplaatst door Andre Piet

In de reformatorische kerken is ‘Gezang A- de tien geboden des Heren’ een bekend lied. Vooral het laatste couplet daarvan:

Och, of wij Uw geboôn volbrachten!
Genâ, o hoogste Majesteit!
Gun door ’t geloof in Christus krachten,
Om die te doen uit dankbaarheid.

De gedachte is dat de christen geacht wordt te proberen de tien geboden te onderhouden. Niet om gerechtvaardigd te worden (zo weet iedere calvinist maar al te goed) maar wel als ‘regel der dankbaarheid’. Toch is ook dat een misplaatst idee. God gaf “de tien woorden” aan het volk Israël. Hij gaf deze woorden niet aan Adam, de stamvader van de mensheid. Ook niet na de zondvloed aan Noach en zijn zonen. Nee, het zou na de belofte aan Abraham nog 430 jaar duren (Gal.3:17) alvorens Hij deze woorden aan één volk gaf dat Hij had afgezonderd van de overige volken. Tot op Christus (Gal.3:24,25). Waarmee gezegd is dat “de tien woorden” kennelijk niet bedoeld zijn als universele leefregel voor alle mensen.

Dat neemt niet weg dat “de tien woorden” voor het merendeel inderdaad wel degelijk universele waarden vertegenwoordigt. Met als uitzondering het sabbatsgebod, dat een speciaal teken is tussen God en het volk Israël (Ex.32:13). Ik ken geen enkele Bijbelse aanwijzing dat de sabbat werd onderhouden in de 2500 jaren (!) tussen Adam en Mozes. Maar afgezien van dat gebod, hebben de overige van “de tien woorden” een algemene strekking. Of zoals Paulus het formuleert in Romeinen 13:

9 Want de geboden: gij zult niet echtbreken, gij zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij zult niet begeren en welk ander gebod er ook zij, worden samengevat in dit woord: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. 10 De liefde doet de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling der wet.

Niet echtbreken, niet doodslaan, niet stelen, niet begeren (nl. wat van een ander is), zijn morele waarden van alle tijden en alle plaatsen. Wie zich daaraan houdt doet de ander geen kwaad. Maar komt de dankbaarheid van een gelovige daarin tot uitdrukking? Stelt u zich voor: u hebt een man uit een brandend huis gered van een wisse dood. Eenmaal in veiligheid gebracht zegt hij tegen u: ik ben u zo dankbaar, ik zal proberen u nooit dood te slaan, of iets van u te stelen of er van door te gaan met uw echtgenote. Klinkt erg zuinig en minimaal, vindt u niet? Niet echt dankbaar. Want is het niet vanzelfsprekend dat we de ander geen kwaad doen? We willen toch ook niet dat de ander ons kwaad aandoet? Maar liefde (agapé = Gods liefde) gaat oneindig veel verder! Liefde doet de ander geen kwaad – dat is waar. Maar dat is slechts negatief geformuleerd. Gods liefde is positief en bewijst de ander genade (=vreugde om niet; Ef.4:32). Overvloedig, aan alle mensen (Rom.5:17,18).

De wet zegt: “gij zult niet stelen”. Genade onderwijst (Ef.4:28):

Wie een dief was, stele niet meer, maar spanne zich liever in om met zijn handen goed werk te verrichten, opdat hij iets kan mededelen aan de behoeftige.

Wie blij is met Gods (onvoorwaardelijke en ongelimiteerde) liefde voor alle mensen, mag (!) wandelen in die liefde en vervult daarmee en passant de wet. Liefde is de naam van de vrucht van de Geest en Paulus somt in Galaten 5:22 acht kenmerken van die vrucht op:

Maar de vrucht van de Geest is liefde:
(1) blijdschap, (2) vrede, (3) lankmoedigheid, (4) vriendelijkheid, (5) goedheid, (6) trouw, (7) zachtmoedigheid, (8) zelfbeheersing.
Tegen zodanige mensen is de wet niet.

Geen mens kan dit opbrengen. Maar het is ook niet het resultaat van “werken van het vlees”, integendeel, het is “de vrucht van de Geest”. Het Evangelie is de prediking van de liefde Gods (Rom.5:5) en dat is ook wat het uitwerkt in degene die gelooft. Niet met moeite maar met blijdschap want het is ZIJN werk!

De wet een leefregel van dankbaarheid? Nee, schrijft Paulus…

want ik ben door de wet voor de wet gestorven om voor God te leven. Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, dat is, niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof van de Zoon van God, die mij liefheeft en Zich voor mij overgeeft.
-Galaten 2:19,20-

Reageer op Facebook

Delen: