GoedBericht.nl logo
English Blog

de besluiten van de apostelvergadering

26-10-2017 - Geplaatst door Andre Piet

Tot aan het einde van het boek Handelingen staat het volk van Israël voorop. In hoofdstuk 1 komen de discipelen met de vraag of de Heer in die tijd het koninkrijk voor Israël zou herstellen (:6). Aan Israël wordt gepredikt dat het zich zou bekeren opdat de Messias dan zou terugkeren om zijn Koninkrijk te vestigen (3:19-21). Tot aan hoofdstuk 10 van Handelingen, komt ook geen van de apostelen op het idee om zich tot anderen te wenden dan alleen Israël. Er bleek heel wat voor nodig om Petrus ervan te overtuigen het Evangelie te gaan vertellen aan een godvrezende “vreemdeling binnen de poorten”. En zelf als later Paulus zich tot de natiën wendt, dan bezoekt hij altijd als eerste de synagoge. Kwesties werden in Jeruzalem besproken en dáár werden “de besluiten” genomen.

de besluiten van de apostelvergadering

In Handelingen 15 wordt de apostelvergadering beschreven waarin de kwestie speelde, of gelovigen uit de natiën (niet-Joden) besneden dienden te worden en of zij zich aan de wet van Mozes moesten houden. Unaniem krijgt Paulus bijval en wordt besloten dat de natiën van deze onderhouding vrij zijn. De natiën wordt niets opgelegd dan alleen zich te houden aan die dingen die sinds Adam en Noach, altijd al voor alle mensen golden. In deze besluiten worden de gelovigen uit de natiën vrijgesteld van de besnijdenis en van het onderhouden van de wet van Mozes. Maar de tienduizenden gelovigen uit de besnijdenis bleven onverminderd allen ijveraars voor de wet (Hand.21:20). Wanneer Paulus in Handelingen 21 in Jeruzalem arriveert, is dát dan ook de inzet van de aanklacht tegen hem. Hij zou zou namelijk de Joden in het buitenland leren zich niet te laten besnijden en niet naar de gebruiken van Mozes te leven (Hand.21:21). Zeker, dat was strikt genomen niet waar, want Paulus leefde zelf als wetsgetrouwe Jood (Hand.21:24). Maar inderdaad leerde hij dat Joden vrij zijn om al of niet conform de wet te leven. En dát was de ergernis in Jeruzalem rond Paulus.

twee groepen

Gedurende de geschiedenis van het boek Handelingen zijn er twee scherp onderscheiden groepen van gelovigen in Christus. Zij die uit Israël zijn en zij die uit de natiën zijn. Zoals die twee groepen ook van elkaar gescheiden waren in de tempel. Slechts in de buitenste voorhof mochten de natiën komen, maar beslist niet daarbinnen. Een tussenmuur (de zogenaamde soreq) hield hen tegen. Zou iemand als ‘heiden’ de moed hebben, deze toch te passeren, dan stond daarop onherroepelijk de doodstraf. Het is typerend dat Paulus’ gevangenneming in Jeruzalem (Handelingen 21) werd veroorzaakt door Joden uit Asia, die meenden dat hij een Griek de tempel zou hebben binnen gebracht. Dat was een valse beschuldiging, maar het typeert wel treffend Paulus’ reputatie.

niet meer twee, maar één

Wanneer Paulus later als gevangene in Rome arriveert, verstrijkt het ultimatum van Israëls bekering (Hand.28:27). Zoals hij daarvóór al had gewaarschuwd (13:40,41). Van een bijzondere, aparte status van Israël is niet langer sprake meer. In zijn gevangenis-brieven brengt Paulus deze nieuwe situatie nadrukkelijk naar voren. Met name Efeze 2 is daarvan de oorkonde.

(14) Want hij (=Christus) is de vrede van ons, die de beiden één maakt en de tussenmuur van de afscheiding afbreekt, (15) de vijandschap in het vlees van hem, de wet van de voorschriften in besluiten [bestaande], buiten werking stelt, om de twee, in zichzelf tot één nieuwe mens te scheppen…

Twee groepen worden hier beschreven: de besnijdenis en de voorhuid. Oftewel: Israël en de natiën (Ef.2:11,12). Aan Israël kwam een aparte plaats toe, die afgebakend was door “de wet van de voorschriften”. Opmerkelijk dat Paulus ook de “besluiten” (Gr. dogmata) daarin benoemt. Hij refereert aan “de besluiten” van de apostelvergadering (Hand.16:4). Weliswaar hielden die besluiten in dat de natiën vrijgesteld waren van “de wet van de voorschriften”, maar de aparte plaats van Israël bleef gehandhaafd. Nu Paulus een gevangene in Rome was, was aan deze bijzondere status van “de besnijdenis” officieel een einde gekomen. Heel Paulus’ bediening onder de natiën, was al een voorbereiding daarop. Paulus’ naam (‘pau’-ze, Hand.13:9) en zijn “evangelie van de voorhuid” (Gal.2:7) demonstreerden dat “de redding Gods naar de natiën werd gezonden” (Hand.28:28) vanwege Israëls ongeloof. Het was ook de laatste mededeling die Paulus en public in Jeruzalem heeft doorgegeven (Hand.22:21,22).

De tussenmuur is weggebroken. Verdeeldheid maakte plaats voor eenheid. Een deur was dichtgevallen maar er opende zich een geweldig venster op de hemel!

Delen: