de 144.000 (2)
14-11-2012 - Geplaatst door Andre PietIn mijn vorige blog over de 144.000 heb ik vooral aandacht gegeven voor het moment dat ze in het boek ‘Openbaring’ in beeld komen. Het is ná de opening van het zesde zegel in hoofdstuk 6 en vóór de opening van het zevende zegel in hoofdstuk 8. Waarbij de opening van het zesde zegel samenvalt met het einde van “de grote verdrukking” voor Israël, de verschijning van de Zoon des Mensen en de bijeenverzameling van de twaalf stammen.
De reden waarom 144.000 mannen (14:4) uit de twaalf stammen verzegeld moeten wordt duidelijk aangegeven.
Brengt geen schade toe aan de aarde,
noch aan de zee, noch aan de bomen,
voordat wij de knechten van onze God
aan hun voorhoofd verzegeld hebben.
Openb.7:3
M.a.w. de verzegeling van de 144.000 vindt plaats om hen te beveiligen voor de rampen die over de wereld gaan komen. Dat is ook de link naar het laatste vers van hoofdstuk 6 waar we lezen over de paniek onder de volken vanwege de rampspoed die men vreest. De mensheid is zich inmiddels zeer bewust van Israëls God en van het programma van de Messias die heeft plaatsgenomen op zijn troon in Jeruzalem. De grote verdrukking over Israël mag dan voorbij zijn (Openb.7:14), nu is het de beurt aan de volkerenwereld. Zij zullen eveneens worden onderworpen aan de Koning. Echter niet zonder slag of stoot, integendeel. Een flink gedeelte van het boek Openbaring (>de zeven bazuinen) handelt over de zware strijd waarmee de onderwerping van de volkenwereld gepaard zal gaan.
De verschijning op de Olijfberg tot verlossing van Israël luidt een periode in van strijd tegen de volkeren.
3 Dan zal de HERE uittrekken
om tegen die volken te strijden,
zoals Hij vroeger streed, ten dage van de krijg;
4 zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg…
Zacharia 14:3,4
Jesaja spreekt eveneens van deze tijd:
Want zie, duisternis zal de aarde bedekken
en donkerheid de natien,
maar over u (=Israël) zal de HERE opgaan
en zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.
Jesaja 60:2
Ook Habakkuk brengt deze periode in verband met het zesde zegel.
11 De zon, de maan treden terug
in haar woning (=zesde zegel!),
(…)
12 In gramschap doorschrijdt Gij de aarde,
in toorn dorst Gij de volkeren.
13 Gij trekt uit tot redding van uw volk…
Habakkuk 3:11-13
En bij de profeet Joël is het niet anders:
31 De zon zal veranderd worden in duisternis
en de maan in bloed,
voordat de grote en geduchte dag des HEREN komt.
32 En het zal geschieden,
dat ieder die de naam des HEREN aanroept,
behouden zal worden,
want op de berg Sion
en te Jeruzalem zal ontkoming zijn…
Joël 2:31,32
elitekorps
Wat heeft dit alles met de 144.000 te maken? Alles! Het feit dat de 144.000 uit de twaalf stammen van Israël worden beveiligd (=verzegeld) voor de rampen die buiten het land Israël zullen plaatsvinden, bewijst dat zij daar hun taak zullen uitoefenen. “De grote schare” heeft die verzegeling niet nodig, want die verkeert in veiligheid in het het land, rondom de troon (7:14-17). Maar de 144.000 zijn “losgekochten van het land” (=Israël; 14:3) en zij volgen het Lam “waar deze ook heengaat” (14:4). Als groep vormen ze een “eersteling voor God en het Lam” (14:4). Zij zijn het Israëlietische elitekorps van de Koning dat de wereldwijde vestiging van het Koninkrijk zal voorbereiden.
Reageer op Facebook