GoedBericht.nl logo
English Blog

chronologie (3): van Mozes tot Jozua

09-10-2015 - Geplaatst door Andre Piet

image22

We hebben vastgesteld dat Noach stierf in hetzelfde jaar als dat Abram werd geboren: het 2000e jaar sinds Adam. En dat daarna een periode van exact 500 jaar volgde die eindigde in de uittocht uit Egypte. Dat vond dus plaats in het jaar 2500.

Over de woestijnreis na de uittocht zegt Paulus in Handelingen 13:18

… Hij (= God) heeft gedurende een tijd
van omstreeks veertig jaren
in de woestijn hun eigenaardigheden verdragen…

Dit “omstreeks veertig jaren” mag dan niet op de dag maar toch wel op het jaar (en zelfs de maand!) nauwkeurig heten. Vele malen getuigt de Schrift van deze veertig jaren (Numeri 32:13; Jozua 5:6; Ps.95:10; Hand.7:36). Het einde van de woestijnreis was dus in het jaar (2500 + 40 =) 2540. Vanaf toen werd het land veroverd, maar deze verovering vond “niet in één jaar” plaats. Exodus 23 zegt daarover:

29 Ik zal hen niet in één jaar
voor u uit verdrijven,
opdat het land geen woestenij worde
en het wild gedierte u niet te veel worde.
30 Langzamerhand zal ik hen
voor u uit verdrijven,
totdat gij zo vruchtbaar wordt,
dat gij het land in bezit kunt nemen

Uit Jozua 14:5-11 kunnen we opmaken we dat Kaleb (40 + 45 =) vijfentachtig jaar oud was  toen hem het land bij Hebron werd toebedeeld. Aangezien hij veertig jaar oud was toen hij als verspieder werd uitgezonden en daarop nog achtendertig jaar woestijnreis volgde (Deut.2:14), was Kaleb bij de intocht in het land dus (40 + 38=) achtenzeventig jaar oud. Dus toen hij vijfentachtig was en Hebron als lotsdeel ontving, was dat in het zevende jaar na de intocht. Maar de verdeling van de noordelijke stamgebieden liet toen nog op zich wachten. Jozua 18 zegt daarover:

2 Toen waren er onder de Israelieten zeven stammen over,
die hun erfdeel nog niet gekregen hadden.
3 Daarom zeide Jozua tot de Israelieten:
Hoelang zult gij traag blijven, om het land in bezit te nemen,
dat de HERE, de God uwer vaderen, u gegeven heeft?

Over de termijn tot aan de verdeling van het land zegt Paulus in Handelingen 13 het volgende:

19 en na zeven volken
uitgeroeid te hebben in het land Kanaan,
heeft Hij hun land
hun ten erfdeel (lett. lotsdeel) gegeven,
20 omstreeks vierhonderd vijftig jaren.
En daarna gaf Hij hun richters
tot op de profeet Samuel.

De oudere vertalingen (die zijn gebaseerd op de Textus Receptus) lezen hier ten onrechte dat de vierhonderdvijftig jaren betrekking zouden hebben op de periode van richters. Deze lezing is echter in strijd met alle oude en volledige manuscripten van het NT. Wat Paulus betoogt is dat de verloting van het land plaatsvond aan het einde van “omstreeks vierhonderdvijftig jaren”. Vergelijk dit “omstreeks vierhonderdvijftig jaren” met het twee verzen eerder genoemde “omstreeks veertig jaren” (13:18) dat wel degelijk veertig jaren betrof. Van deze “vierhonderdvijftig jaren” kennen we inmiddels de “vierhonderd jaren” van de Godsspraak aan Abram (Gen.15:13), waarvan we al eerder zagen dat deze waren begonnen bij de geboorte van Izaak en eindigden bij de uittocht uit Egypte. Daarna volgde de beroemde veertig jaren van de woestijnreis. Dus blijven er nog tien jaren over voor de verovering en verdeling van het land.

index_3

Gaan we af op de termijn die Paulus vermeld i.v.m. de verdeling van het land, dan vond dat dus plaats in het jaar 2550. Toen vanaf het daarop volgende jaar (dus 2551) het gehele land bewerkt kon worden, ving daarmee dus ook de telling van sabbatsjaren aan (Lev.25:2). D.w.z. zes jaar het land bewerken en het zevende jaar rust waarna weer een nieuwe cyclus aanving, enzovoorts. En dan, na het zevende sabbatsjaar (7 x 7 = 49 jaar) volgde het geheiligde vijftigste jaar, oftewel het jubeljaar (Lev.25:2-11). Het bijzondere echter is dat deze telling van sabbats- en jubeljaren volmaakt synchroon loopt met de chronologie vanaf Adam. Want in het jaar 2500 vond de uittocht plaats uit het slavenhuis van Egypte (=het 50e jubeljaar) en vijftig jaar later (2550) was het land verdeeld zodat daarna de telling van sabbatsjaren kon beginnen en in 2600 dus het eerste jubeljaar gevierd kon worden. Deze synchronisatie is een geweldige bevestiging van consistentie in de Goddelijke tijdrekening!

Reageer op Facebook

Delen: