bidden… voor wat?
22-02-2012 - Geplaatst door Andre PietDe laatste dagen houdt het onderwerp ‘gebed’ mij nogal bezig. De apostel Paulus is daarbij, zoals altijd, mijn leermeester (1Tim.2:7; 2Tim.1:11), niet in het minst ook om de rest van de Schriften te verstaan. Wie de moeite neemt zich te verdiepen in Paulus’ gebeden, zoals hij daarover uitlaat in zijn brieven, valt het al gauw op dat het bij hem nooit gaat over aardse omstandigheden. Zaken die wij gewoonlijk het allerbelangrijkste vinden, zoals gezondheid, financien, werk, levensonderhoud, huisvesting enzovoort, waren niet het onderwerp van Paulus’ gebeden. Paulus leefde absoluut onbezorgd, in de wetenschap dat GOD altijd, perfect voorziet. En dus dankte hij daarvoor. Wat was dan wél zijn gebed? Ik doe een greep uit een drietal gebeden die hij optekende in, let op, de gevangenis.
Daarom houd ook ik, (…) niet op te danken, u gedenkende bij mijn gebeden, opdat de God van onze Here Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve geest van wijsheid en van openbaring om Hem recht te kennen: verlichte ogen uws harten, zodat gij weet, welke hoop zijn roeping wekt, hoe rijk de heerlijkheid is zijner erfenis bij de heiligen…
Efeze 1:15-18Om die reden buig ik mijn knieen voor de Vader, naar wie alle geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt, opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens…
Efeze 3:14-16Daarom houden ook wij sedert de dag, dat wij dit gehoord hebben, niet op voor u te bidden en te vragen, dat gij met de rechte kennis van zijn wil vervuld moogt worden, in alle wijsheid en geestelijk inzicht…
Kolosse 1:9
Niet de wijze waarop in onze aardse omstandigheden voorzien wordt, was Paulus’ zorg. Integendeel. Waar hij zich druk om maakte, was dat mensen in het algemeen (1Tim.2:1-4) maar gelovigen in het bijzonder, zouden beseffen hoe rijk ze zijn! Dat de ogen van hun hart verlicht zouden worden om zicht te ontvangen op de glorieuze hoop die God in het vooruitzicht stelt. Dat ze met besef van Gods wil, vervuld zouden worden in alle wijsheid en geestelijk inzicht. Niet de uitwendige mens en de omstandigheden waarin hij verkeert, doen er toe, maar “de inwendige mens”. Waarbij Paulus met deze laatste uitdrukking niet doelt op de maag maar op het hart. Wanneer we kracht putten uit “de rijkdom van zijn heerlijkheid”, dan weten we ons te schikken in alle omstandigheden en stralen onze ogen (=verlichte ogen van het hart!). Dát is wat telt! Paulus boog zijn knieën voor de Vader, opdat allen die hem lief waren, dat ook rijkelijk zouden beseffen.
Wat een voorbeeld ter navolging!