2Timotheüs 4:4 – zich keren tot de mythen

… zij zullen hun oor van de waarheid afwenden en zich keren naar de mythen.

Paulus schetst in zijn tweede brief aan Timotheüs een uiterst somber beeld van de toekomst van de christenheid. De laatste fase daarvan typeert hij als ronduit “gevaarlijke tijden” (3:1). Mensen zullen de waarheid niet langer verdragen en zich keren tot mythen. De waarheid van de geïnspireerde Schriften wordt prijsgegeven (3:16).

Het Griekse woord mythen duidt op verzonnen vertellingen zonder historische grond. Petrus onderstreept dat de verkondiging van de apostelen haaks staat op “kunstig bedachte mythen” (2Petrus 1:16). Mythen dragen wellicht betekenis, maar ze zijn niet werkelijk gebeurd. Paulus’ voorzegging zien we vandaag gebeuren. De Bijbel wordt (door theologen voorop) niet verworpen, maar gereduceerd tot verhaal. Juist dat maakt de afwijking zo venijnig. De historiciteit van wat geschreven staat, wordt niet noodzakelijk geloochend, maar irrelevant verklaard. De Bijbel wordt dan gelezen als reflectie van mensen in plaats van als openbaring van Godswege.

Maar de Schrift laat die ruimte niet. Het Evangelie presenteert zich als bericht, niet als interpretatie. De waarheid staat vast, omdat wat zij doorgeeft daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Waar geschiedenis tot verhaal wordt gereduceerd, wordt de waarheid prijsgegeven. Het evangelie ontleent zijn gezag niet aan beleving, maar aan het feit dat God daadwerkelijk heeft gehandeld.

Delen: