GoedBericht.nl logo
English Blog

de Bijbelse betekenis van smeken

21-07-2025 - Geplaatst door Andre Piet

Opent uw mond, eis van Mij vrijmoedig, op Mijn trouwverbond…
— Psalm 81:11 (oude berijming)

Wie bekend is met de oude psalmberijming zal deze regel wellicht herkennen. Hoewel de formulering “eis van Mij vrijmoedig” dichterlijke vrijheid is en niet letterlijk overeenkomt met de grondtekst, raakt het wel een diepe Bijbelse waarheid. Want smeken is in de Schrift geen wanhoopskreet, maar een vrijmoedig beroep doen op wat God zelf heeft beloofd.

smeken: hopeloos of hoopvol?

In veel vertalingen klinkt het woord “smeken” alsof het gaat om een laatste redmiddel: een klagende bedelaar die smeekt zonder te weten of hij iets krijgt. Maar wanneer we in de Bijbel het grondwoord onderzoeken – zowel in het Hebreeuws (tachanoen) als in het Grieks (deēsis) – blijkt iets heel anders. In de Schrift is smeken een intens en vurig appèl op Gods trouw en beloften. Het gaat om een diep vertrouwen: een verwachting die rust op Zijn Woord.

Denk aan een kind dat tegen zijn vader zegt: “U had toch beloofd dat we vandaag naar de speeltuin zouden gaan?” Dat kind smeekt niet als een bedelaar, maar doet een appel op wat zijn vader eerder heeft gezegd. Dát is bijbels smeken.

appelleren op Gods trouw – vier bijbelse voorbeelden

Door de hele Schrift heen vinden we mensen die zich in hun gebeden beroepen op wat God eerder heeft gesproken. Hun smeekbeden zijn dan ook geen wanhopige noodkreten, maar diepe uitingen van geloof: een appel op Gods beloften, op Zijn trouw en op Zijn gerechtigheid.

1. David in Psalm 143 – een beroep op Gods karakter

In Psalm 143 roept David:

“Hoor mijn gebed, o HEERE, neem mijn smekingen ter ore; antwoord mij naar Uw trouw, naar Uw gerechtigheid.”
— Psalm 143:1-

David bevindt zich hier in grote benauwdheid. Toch probeert hij God niet te overtuigen met zijn eigen goedheid of toewijding – integendeel: hij beroept zich uitdrukkelijk niet op zijn eigen verdienste, maar op Gods trouw en rechtvaardigheid.

Dat is veelzeggend. Gods trouw (Hebreeuws: chesed) en gerechtigheid (tsedaqah) verwijzen naar Zijn betrouwbaarheid in het houden van Zijn beloften. David weet: God heeft beloofd dat hij als gezalfde op de troon zou komen. En dus, juist omdat hij in doodsgevaar is, doet hij een appel op die belofte. Hij weet dat God recht doet aan wat Hij gesproken heeft. Dat is geen wanhopig smeken, maar vertrouwen dat God doet wat Hij zegt.

2. Salomo bij de tempelinwijding – op basis van een toezegging

Bij de inwijding van de tempel in 2 Kronieken 6 spreekt Salomo een indrukwekkend gebed uit waarin hij God vraagt om te luisteren naar de gebeden die in en richting die plaats worden uitgesproken:

“Zodat Uw ogen dag en nacht geopend zijn over dit huis… de plaats waar Gij hebt gezegd dat Gij Uw naam daar zou vestigen; dat Gij hoort naar het gebed… en naar de smeking van Uw knecht.”
— 2 Kronieken 6:20

Salomo bidt niet op basis van vroomheid of verdienste, maar omdat God zelf gezegd heeft dat Hij Zijn naam daar zou vestigen. Het is dus een appel op een concrete belofte. En verderop in hetzelfde gebed voegt hij eraan toe:

“Hoor dan in de hemel naar hun gebed en hun smekingen, en verschaf hun recht.” (vers 35)

Ook hier zien we het patroon: smeking = een appel + verwachting. Dat blijkt ook uit de toevoeging “verschaf hun recht” – wat betekent: doe wat U beloofd hebt. Smeken wordt hier expliciet verbonden aan het recht laten geschieden op grond van het verbond.

3. Daniël in hoofdstuk 9 – op het moment van vervulling

Daniël bestudeert de profetieën van Jeremia en leest dat de verwoesting van Jeruzalem zeventig jaar zou duren (Jer. 25:11-12). Wanneer hij vaststelt dat die termijn is verstreken, gaat hij bidden:

“Toen richtte ik mijn gezicht tot de Heer God om Hem te zoeken in gebed en smeekbeden, met vasten, in zak en as.”
— Daniël 9:3

Wat doet Daniël precies? Hij bedenkt niet zijn eigen verlangens of tijdspaden – hij baseert zich volledig op het Woord dat God had gesproken. Hij beroept zich op de naam van God, op Zijn verbond en barmhartigheid, en zegt:

“Niet om onze gerechtigheden werpen wij onze smeekbeden voor Uw aangezicht neer, maar om Uw grote barmhartigheden.”
— Daniël 9:18

Dit is smeken in bijbelse zin: niet uit onzekerheid, maar uit vertrouwen. En het wonderlijke is: nog voordat hij is uitgesproken, komt het antwoord via de engel Gabriël (vers 20-23). Waarom? Omdat hij bad op grond van Gods belofte. Dat maakt zijn gebed krachtig.

4. Jezus in de dagen van Zijn vlees – gehoorzaam en gehoopt

De brief aan de Hebreeën zegt over Jezus:

“In de dagen van Zijn vlees heeft Hij gebeden en smekingen geofferd met luid geroep en tranen tot Hem die Hem uit de dood kon redden, en Hij is verhoord vanwege Zijn godsvrucht.”
— Hebreeën 5:7

Deze passage lijkt vooral te verwijzen naar Jezus’ gebed in Gethsémané. In uiterste intensiteit – “luid geroep en tranen” – bidt Hij tot Zijn Vader. Toch is dit geen roepen in het duister. Jezus weet wat er geschreven staat. Hij weet dat de Messias moet lijden, sterven én opstaan. Hij zegt immers eerder: “Op de derde dag zal Ik opstaan.” (Matt. 16:21)

Zijn gebed was doordrenkt van het Woord. Hij appeleerde aan Gods plan. En de Hebreeënbrief zegt expliciet: Hij is verhoord. Niet doordat Hij aan het kruis gespaard bleef, maar omdat Hij werd opgewekt uit de doden – zoals beloofd. Zelfs in het lijden bleef Hij vasthouden aan Gods Woord. Zijn smeking was een geloofsappel.

een rechtvaardige die appel doet

Jacobus schrijft: “Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt” (Jacobus 5:16). Hier wordt opnieuw dat woord deēsis gebruikt: het gaat om een smeking, een appel. Niet zomaar iemand roept, maar een rechtvaardige – iemand die Gods woorden gelooft (Rom.4:3). En dát is waarom er kracht aan wordt verleend: het gebed is in lijn met wat God zelf heeft gesproken.

vertrouwen op het onveranderlijke Woord

Wat een rust geeft dat: ons gebed is geen loterij. Smeken is geen wanhopig roepen in het duister, maar een vurig appèl doen op het licht van Gods belofte. Hij heeft gesproken, en daarom is het zo. Geloof is: amen zeggen op wat Hij gezegd heeft. Zo wordt smeken: spreken tot God in de zekerheid van wat Hij zelf al heeft gezegd.

Dat is niet brutaal. Dat is geloof.


Zie ook deze studie: eist van Mij vrijmoedig

Delen: