GoedBericht.nl logo
English Blog

het lied der liederen

22-05-2025 - Geplaatst door Andre Piet
samenvattend artikel n.a.v. mijn recente toespraak 'het hoogste lied'

profetisch lied over een verborgen bruidegom en een zoekende bruid

Wie het Bijbelboek dat doorgaans als Hooglied wordt aangeduid openslaat, waant zich in een romantisch tafereel. En dat is ook terecht. In de Joodse traditie is het boek vanwege zijn sensuele karakter soms zelfs verboden lectuur voor jongeren. Het bezingt de liefde – de zintuiglijke, lichamelijke aantrekkingskracht – tussen een bruidegom en een bruid. Geen verhaallijn van A naar B, maar een verzameling coupletten en refreinen, waarin telkens de geliefde wordt bezongen: zijn geur, zijn stem, zijn gestalte, zijn verlangen.

Toch is er méér aan de hand.

het Lied der Liederen

De Hebreeuwse titel is Shir haShirim – letterlijk: het Lied der Liederen, oftewel het hoogste lied. Vergelijkbaar met uitdrukkingen als “de Koning der koningen” of “het Heilige der heiligen” – superlatief, overtreffende trap. Een passende naam, want dit lied bezingt uiteindelijk de hoogste liefde van allemaal: die tussen de Heer en zijn volk.

Salomo wordt expliciet genoemd in de aanhef van het boek. Niet vreemd, gezien zijn reputatie als dichter van duizenden spreuken en liederen, in navolging van zijn vader David. En dat is precies het punt: de geliefde in dit lied heet in het Hebreeuws dodi – “mijn geliefde”. En dat is etymologisch direct verbonden met de naam David, die ook “geliefde” betekent. Het hele boek ademt deze verwijzing: de geliefde is niet zomaar een man, hij is een zoon van David. Hij is zowel herder als koning.

Een dubbele identiteit die voor sommige uitleggers aanleiding is om van twee geliefden te spreken – een herder én een koning. Maar wie deze beeldspraak profetisch leest, herkent de ene persoon in twee hoedanigheden: eerst als de nederige herder die zijn leven geeft voor de kudde, later als de Koning die terugkeert in heerlijkheid.

sensualiteit als scheppingsgave

Het boek schuwt het lichamelijke niet – integendeel. De aantrekkingskracht tussen man en vrouw wordt in geuren en kleuren bezongen. Borsten als dadeltrossen, lippen die druipen van mirre, de schoot van de bruid – niets wordt expliciet benoemd, maar alles wordt zintuiglijk opgeroepen. Dat is niet zondig, maar prachtig. De Schepper is het immers die de mens mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt, mét verlangen naar elkaar. Het Hooglied verdedigt dat niet – het veronderstelt het als gegeven. De liefde wordt niet uitgelegd, maar bezongen.

Maar dit zinnelijke lied functioneert ook op een ander niveau: typologisch en profetisch.

Israël: de bruid die haar bruidegom zoekt

Door het hele boek heen komt een thema telkens terug: de bruid raakt haar geliefde kwijt. Ze zoekt hem ’s nachts op haar legerstede, ze loopt door de stad, ze vraagt de wachters of zij haar geliefde hebben gezien. Maar tevergeefs – hij is verdwenen.

Een krachtig beeld van de huidige tijd. Israël, de bruid, wacht op haar Messias, haar bruidegom. Hij kwam – de Zoon van David, als nederige herder – maar ze heeft hem niet herkend. Nu zoekt ze hem, maar hij laat zich niet vinden. Niet in de stad, niet bij de wachters – de leiders van Jeruzalem. Sterker nog: in hoofdstuk 5 wordt ze door die wachters geslagen en haar sluier wordt afgerukt. Ze wordt niet geholpen, maar gehinderd.

Een pijnlijk beeld. Maar niet zonder hoop.

de verborgen bruidegom

Een van de meest aangrijpende passages is waar de bruid haar geliefde ziet… maar alleen door tralies.

“Zie, hij staat achter onze muur, kijkend door de vensters, spiedend door de traliën.”
Hooglied 2:9

Een prachtige beschrijving van de huidige situatie: de bruidegom is er wel – verborgen – hij ziet zijn bruid, maar zij ziet hem niet. Een  Messias die niet afwezig is, maar verborgen, die weliswaar aanklopt, maar op dit moment geen antwoord geeft. De Messias die kwam, maar die zich nu onttrokken heeft aan het oog van zijn volk. Toch zal dat niet zo blijven.

Want Hij zal opnieuw spreken. En dan klinkt het:

“Sta op, mijn liefste, mijn schone, en kom!”
Hooglied 2:10

In het Hebreeuws: kum – opstaan, opstanding. De bruid zal ontwaken, de winter is voorbij, de regen verdwenen. De bloemen verschijnen op het veld, het gekoer van de tortel klinkt – de lente breekt aan! Het lied verplaatst zich naar het seizoen van leven, van opstanding, van herstel.

de blijvende band: wanneer de koning komt

Wat het Hooglied ook openbaart: de liefde wordt pas blijvend wanneer de koning komt. Niet in de nacht, niet tijdens het zoeken, maar als de bruidegom verschijnt in heerlijkheid.

Of zoals (ook) Hooglied 3 het beschrijft:

“Wat trekt haar op uit de woestijn, als zuilen van rook… Zie, dat is Salomo’s draagstoel, omringd door zestig helden uit de helden van Israël.”
Hooglied 3:6,7

Een machtig profetisch beeld. Het volk wordt geleid vanuit de woestijn – een bewaarde plek, een plaats van afzondering – naar het land, naar het huis van haar moeder. Daar waar haar oorsprong ligt. De bruid keert terug naar haar thuis, en de bruidegom is niet langer verborgen. Hij komt, zichtbaar, blijvend.

Ook deze roep “Sta op, mijn liefste” krijgt een diepere betekenis. Zoals de Heer tegen het meisje zei: Talita kum, meisje, sta op! – zo zal Hij straks zijn volk tot nieuw leven wekken. Een nationale opstanding. En wanneer Israël als volk hersteld wordt – als de vijgenboom uitbot (Mat. 24) – dan weet je: de zomer is nabij. Het Messiaanse rijk staat op het punt te beginnen.

Zelfs de vermelding van de rotskloof (2:14) – ha-selah – draagt profetische lading. Het is mogelijk een verwijzing naar Petra, de bewaarde plaats in de woestijn waar een overblijfsel van het volk veilig gesteld zal worden, zoals geprofeteerd. Daar, in de schuilhoek van de bergwand, zal de bruid de stem van haar geliefde horen.

en wij?

Wat is onze plaats in dit beeld? Zijn wij als gelovigen vandaag de bruid? Nee – de Schrift maakt duidelijk: de bruid is Israël. Maar als gelovigen uit de natiën hebben wij onze plaats in de bruidegom zelf!. Als leden van zijn lichaam. Christus is het hoofd, wij vormen met Hem een eenheid. Wanneer Hij zal verschijnen, zullen wij met Hem verschijnen in heerlijkheid (Kol. 3:4). Zijn terugkeer is ook onze openbaring.

tot slot

Het Hooglied is geen gewoon liefdeslied. Het is het Lied der Liederen. Het bezingt de liefde tussen de Heer en zijn volk – een liefde die door de nacht heen gaat, maar niet tevergeefs. De bruid zoekt, mist, verlangt… en uiteindelijk vindt zij haar geliefde terug. En dan – ja, dan begint het nieuwe verbond.

“Wekt de liefde niet op, voordat het haar behaagt.”

Want wanneer de tijd gekomen is, zal Hij zich laten zien. En dan zullen zij – bruidegom en bruid – elkaar vinden. Voor altijd.

Delen: