7. de ontlediging van Christus; Filippi 2:5-8
Laat die gezindheid onder jullie zijn, welke ook in Christus Jezus [is], 6 die in Gods gestalte zijnde, het geen roof acht God gelijkend te zijn, 7 maar Zichzelf ontledigt, de gestalte van een slaaf aannemende, in gelijkenis van mensen wordend. 8 En in gedaante bevonden als mens, vernedert Hij zichzelf, gehoorzaam wordend tot aan de dood, ja de dood van het kruis.
Filippi 2:5-8
Deze tekst wordt gewoonlijk opgevoerd als één van de kroongetuigen van Jezus Christus’ (bewuste) voorbestaan. Met als vooronderstelling dat “in Gods gestalte zijnde”, betrekking zou hebben op de tijd vóór Jezus’ geboorte. Laten we de bewering op grond van deze passage eens nader bezien.
gezindheid het onderwerp
Deze verzen mogen niet worden losgekoppeld van de de context. ‘Gezindheid’ was het onderwerp in de voorgaande verzen (2:2-4) en dit wordt voortgezet in vers 5 waar de gezindheid van Christus Jezus aan de Filippiërs ten voorbeeld wordt gesteld.
In het origineel valt op dat de gezindheid van Christus Jezus drie keer in de zogenaamde aorist-vorm wordt geformuleerd. Deze werkwoordsvorm benadrukt het feit van Christus Jezus gezindheid, ongeacht de tijd. (1) Hij acht het geen roof God gelijkend te zijn en (2) Hij ontledigt zichzelf en (3) Hij vernedert zichzelf. Deze feiten demonstreren Christus Jezus’ gezindheid.
in de gestalte Gods zijnde
De vraag dringt zich op: wat betekent het dat Christus Jezus in Gods gestalte zijnde, het geen roof acht God gelijkend te zijn? Doelt dit op Christus Jezus’ huidige positie waarin Hij als Verhoogde, het Beeld van God is? Die eer heeft Hij immers niet zichzelf toegeëigend (integendeel!) laat staan geroofd. Deze eer is Hem van Godswege geschonken!
Gezien de volgorde van Paulus’ opsomming ligt het echter meer voor de hand om de frase “in Gods gestalte zijnde” (hoewel tegenwoordige tijd) te lezen als de toestand die vooraf ging aan zijn ontlediging. Maar betekent dit automatisch dat “in Gods gestalte zijnde” betrekking heeft op de tijd vóór Zijn geboorte, zoals dit gangbaar wordt geconcludeerd? Nee, allerminst! Het mag het ons niet ontgaan dat Christus Jezus op grond van Zijn Goddelijke verwekking “de eniggeboren Zoon van God” was. Is dat geen Goddelijke gestalte? Johannes merkt op over het woord Gods dat vlees werd: wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van een eniggeborene van de Vader (Joh.1:14).
ontlediging en vernedering
Wat het wil zeggen dat Christus Jezus Zichzelf ontledigde, hoeven we niet te raden. De betekenis staat er namelijk pal achter: “de gestalte van een slaaf aannemende”. Christus wisselde de gestalte van God in voor die van “de gestalte van een slaaf”.
Hebreeën 5:8 zegt dat hoewel Hij de Zoon was, gehoorzaamheid heeft geleerd door de dingen die Hij leed. In plaats van Zich als de rechthebbende Zoon te presenteren verwisselde Hij deze ‘rang’ voor die van een slaaf. Daarmee geleek Hij in zijn uiterlijke verschijning Hij op ieder ander mens. Vandaar: “in gelijkenis van mensen wordend”. Natuurlijk, was en is Hij ook daadwerkelijk mens (1Tim.2:5), maar doordat Hij zijn unieke glorie aflegde, werd een slaaf gezien. Hij werd “arm, hoewel rijk zijnde” (2Kor.8:9). Dit typeert de gezindheid van Christus Jezus. Hij stelde Zich volledig beschikbaar en zei: “zie, hier ben Ik (in de boekrol staat van Mij geschreven) om uw wil, o God, te doen…” (Hebr.10:7).
Wat in het vers 7 ‘ontlediging’ heet, wordt in vers 8 ‘vernedering’ genoemd. En wat in vers 7 ‘de gestalte van een slaaf aannemende’ heet, wordt in vers 8 “gehoorzaam wordend tot de dood, ja de dood van het kruis” genoemd. De verzen 7 en 8 lopen parallel – ze zeggen hetzelfde, maar met andere woorden. Jesaja 53:12 zegt profetisch over de Messias:
Daarom zal Ik hem deel geven onder de velen en met aanzienlijken zal hij de buit delen omdat hij zijn ziel uitgoot in de dood en onder de overtreders werd geteld terwijl hij de zonde van velen droeg en voor overtreders bad.
Ook hier zien we: de ontlediging (“zijn ziel uitgoot in de dood”) is gelijk aan Christus’ uiterste vernedering.
Voor de unieke Zoon van God was het een vernedering om als slaaf gehoorzaam te worden en om de drinkbeker van lijden die God Hem aanreikte, leeg te drinken tot de laatste druppel. “Niet mijn wil, maar Uw wil geschiede”. Terwijl Hij eerst nog een legerafdeling van Romeinse soldaten vol ontzag zag neervallen in de hof van Gethsémané (Joh.18:6), stelde Hij zich vervolgens beschikbaar om gevangen genomen te worden. En om in volstrekte onschuld te worden veroordeeld tot de doodstraf, ja tot de dood van het kruis. Dit was de weg die God Hem wees en die Hij als een gehoorzame slaaf gewillig is gegaan.
menswording geen daad van Christus maar van God
In deze passage is er niets dat ons noodzaakt te denken aan een beschrijving van Christus Jezus voorbestaan. Het gaat hier over de mens Christus Jezus (1Tim.2:6) die als Zoon Gods vrijwillig de gestalte van een slaaf aannam en Zich vernederde en gehoorzaam werd tot de dood van het kruis. Het idee dat Christus Jezus menswording een actie zou zijn geweest van Hemzelf, kent de Schrift niet. God verwekte Hem en daarin was Christus Zelf volstrekt passief, zoals elk mens per definitie passief is bij zijn eigen verwekking.